Monthly Archives: augustus 2014

Flessenpost: toeval bestaat niet of toch?

Vanmiddag bij thuiskomst zag ik een ansichtkaart van (zon), zee en strand in onze brievenbus liggen. De kaart intrigeerde me omdat we van alle vakantiegangers toch al een vrolijke zonnige kaart hadden ontvangen.
Ik had de brievenbussleutel niet op zak en was te nieuwsgierig om deze eerst te gaan halen. Onhandig probeerde ik met mijn vingers de kaart uit de bus te peuteren, maar zonder resultaat. Vreemd dat die kaart me zo in zijn greep had, het zag er toch uit als een gewone vakantiekaart. Tot de brievenbus openging…

flessenpostIn een flits zag ik weer dat ontroostbare jongetje voor me die vorig jaar in Noord-Frankrijk zijn fles in zee gooide. In de aanloop naar dat moment hadden we zo veel plezier gehad met de tekening en het briefje. En bij mij waren alle romantische gedachten over flessenpost een eigen leven gaan leiden. Waar zou de fles aanspoelen? Hoe lang zou hij er over doen? En wie zou hem vinden? Kleine M. vond het op het moment suprême echter een stuk minder leuk dan tijdens de voorpret. Het was eind mei aan de kust, maar het voelde eerder als begin november. Koud, nat en het stormde zo hard dat de golven op de kade sloegen. M. was bang geworden door al dat natuurgeweld en de gedachte dat hij zijn kostbare fles in zee achter zou laten was ondragelijk. Samen met opa trotseerde hij de storm en gooiden ze de fles in de kolkende zee. M. was ontroostbaar in de uren daarna. Nooit zou hij zijn fles meer zien! Als troost hebben opa en oma een surrogaat fles gemaakt met tekening én brief, maar gelukkig voor M. zonder het ritueel van de zee.
Het is inmiddels bijna anderhalf jaar later en ik denk er nog wel eens aan. Wat zou het leuk zijn als M. bericht krijgt van de eerlijke vinder! Hij heeft dan een herinnering die hem zijn leven lang zal bij blijven. Tegelijkertijd denk ik dan ook aan al die flessen die dagelijks overal aanspoelen. En hoe toevallig het moet zijn dat degene die hem ziet liggen ook verder kijkt dan de punt van zijn schoen en ziet dat er echt een brief in zit. Nee, zo toevallig zal het niet lopen. Wij zijn te nuchter voor het geloof in wonderen en geluksvogels kun je ons ook niet noemen, dus de flessenpost zal wel nooit ‘boven water komen’.

Tot vandaag…
De kaart intrigeerde me kennelijk niet voor niets. Het bleek een kaart van de eerlijke vinder! Zij had de fles gevonden op het strand van Wijk aan Zee. Vijftien maanden had de fles er over gedaan om van de Noord-Franse kust omhoog de Noordzee op te stromen en veertig kilometer van ons huis aan te spoelen. Vijftien maanden en slechts veertig kilometer van ons vandaan! Dat is al bijzonder te noemen, maar toen ik de kaart verder las, viel mijn mond open van verbazing. Het meisje (ook vier jaar) had de fles met haar vader op het strand gevonden.
Dat de vindster dezelfde leeftijd heeft en op ‘steenworp afstand’ de fles heeft gevonden, lijkt al toeval genoeg. Het kan echter nog net iets gekker, want de vierjarige vindster verhuist over een paar weken niet alleen naar onze stad, maar komt zelfs bij ons in de straat wonen!
Het voelde alsof ik een hoofdprijs had gewonnen, zo’n toeval is toch bizar?! Toeval bestaat niet of misschien toch wel?
Na mijn uitbarsting van euforie stond ik al snel weer met beide benen op de grond. M. zag namelijk helemaal geen toevalligheid in dit toeval. Hij zag maar één voordeel: “ha mama, dan kunnen we mijn fles weer terughalen!”

De eerste schooldag… geen weg meer terug

Weken van geestelijke voorbereiding zijn er aan vooraf gegaan, maar hoe je ook probeert die drempel blijft torenhoog. De eerste schooldag vind ik een mijlpaal met een treurige ondertoon.
Natuurlijk kan ik alleen voor mezelf spreken maar ik vind het maar niks. Ik had Kleine M. nog zo graag klein gehouden. Bijna vier jaar dan zijn ze op hun leukst. Ze hebben humor, zijn gevat, je kunt een gesprek met ze voeren, je hebt vaker je handen vrij en ze zijn zindelijk. En al dat harde werk en al die deksels op je neus worden beloond met een mijlpaal: school. Noem dat maar een mijlpaal!

Nee ik ben natuurlijk niet serieus. Het is belangrijk dat een kind naar school gaat, leert, ziet, beleeft en onderneemt om een zo’n compleet mogelijk mens te worden. Maar afscheid nemen is moeilijk.

first_day_of_schoolVanmorgen was er geen weg meer terug. Zijn nieuwe rugzak gepakt met een banaan en een pakje drinken. Handige schoenen met klittenband aan en een zo goed gemutst humeur als mogelijk op zak. Kleine M. had nog niet gezegd dat hij liever thuis wilde blijven, dus dat was al een kleine overwinning op zich. Eenmaal buiten begon het net te hozen. Niet een paar spetters, nee alle sluizen gingen open. Geen tijd dus om te treuren op de fiets, maar alle zeilen bij en gaan! Kleine M. spoorde de wolken aan om te stoppen met regenen en ik schakelde mijn versnelling een tandje bij. De goede eerste indruk kon ik nu wel vergeten. Als verzopen katten kwamen we de school binnen. Haar als een badmuts om ons hoofd, M.’s bril beslagen en soppend in onze schoenen. Ook goedemorgen! Misschien geen stralende maar we hebben in ieder geval wel een onuitwisbare indruk achtergelaten.

M. liep schoorvoetend door de klas om stilletjes alles in zich op te nemen. Een grote én een kleine bouw hoek, allerhande puzzels, een zandtafel én een keukentje! Ergens achter zijn bedrukte gezicht gloorde nieuwsgierigheid. Het tweede goede teken van de dag.

Hij heeft geen woord gezegd maar door zijn verlegen gedrag (en natuurlijk zijn onmetelijke knapheid), wierpen de meisjes zich al op als kleine moeders. Van top tot teen werd hij bekeken, daar waar ze het andere nieuwe jongetje (een iets te stoere bink) geen blik gunden. Ik zie hier een pluspunt… mocht iets niet lukken: vraag de mini-mama’s. En met de meisjes aan jouw zijde kun je heel ver komen!

Eenmaal thuis leek hij het gesprek over school vakkundig te mijden, al hoorde ik uit zijn kamer vanmiddag opeens een bekend deuntje: “mie ma moetsie, fie fa foetsie…” De extended version van ‘Smakelijk Eten’ was goed blijven hangen.
Dat bleek het laatste goede teken van de dag, want voor het slapen gaan zei M.: “mama, morgen blijf ik liever thuis”. Er volgde een reeks van lukrake redenen om zich uiteindelijk te schikken in zijn lot: morgen moet ik wéér. Lieve M. welkom in de rest van je leven… Geloof me het wordt echt leuk!