Tag Archives: peuter

“Kijk, een trein!”

De laatste jaren heb ik een extra zintuig ontwikkeld voor het spotten van treinen, trams en de meest recente aanwinst: brandweerwagens. Waar een andere jongen wild wordt bij de aanblik van een Apache of een Ferrari, gaat M’s hart sneller kloppen van een voertuig op een rails of anders een rood gevaarte met blauw zwaailicht. Leuk om te zien dat hij razend nieuwsgierig is naar kolen, locomotieven en het mechanisme van een ladderwagen. Het is opvallend hoeveel (redelijk) technische kennis er al aanwezig is bij zo’n peuter.

Boy-playing-with-a-train-setEen bezoek aan het Spoorwegmuseum is voor M dan ook fantastisch, een groter feest bestaat niet. Bij binnenkomst was ik nog geïnteresseerd toen we door de oude Koninklijke trein liepen. Juliana en Bernhard hadden beiden een eigen coupé, kamer of hoe dat in treintermen heet.

Smeuïg detail, het voedt de verhalen over huwelijkse ontrouw… of voedt het vooral mijn zucht naar meer boeiende materie dan de techniek achter de stoomlocomotief?
Echt, ik vindt het heerlijk om mijn kind vol vlammend enthousiasme te zien. Uren doolden we door het museum, hij kon er geen genoeg van krijgen. En eerlijk is eerlijk, er waren echt interessante onderdelen. Dus ja, het was een indrukwekkende dag voor zowel ouders als kind maar het blijven treinen.

Zijn passie werkt besmettelijk… Niet dat ik opeens wegloop met de NS maar waar en met wie ik ook ben, mijn vizier staat altijd open voor een blauw geel gevaarte dat in een ogenblik voorbij raast. Enige tijd geleden zat ik met een collega in de auto. Middenin een reuze interessant gesprek riep ik: kijk, een trein! Oeps…enigszins met het schaamrood op de kaken moest ik toegeven dat ik bij wijze van beroepsdeformatie of noem het moederdeformatie, altijd om me heen kijk op zoek naar M’s favoriete voertuig.

Ook in de vakantieplannen worden treinen en brandweerauto’s betrokken. M kreeg pasgeleden van oma een portemonnee met wat geld voor een ijsje en een opblaasbal voor het strand. Op de terugweg in de auto, zei M: “papa luister, ik heb een goed idee. Als ik nou met de centjes van oma een rails koop, dan kan mijn treintje ook mee op vakantie.” Briljant plan, slim bedacht maar de trein moet helaas echt thuisblijven. Gevolg? Een hevig teleurgesteld kind achterin de auto die (gelukkig) nog niet begrijpt dat aan elke overtollige kilo ruimbagage in het vliegtuig tegenwoordig een flink prijskaartje hangt.

Uiteindelijk levert een passie ook iets vruchtbaars op. Ik vroeg hem laatst wat hij wilde worden en hij antwoordde met een overduidelijk: NIKS. Deze week veranderde het weinig spannende NIKS opeens in: brandweerman. Kijk, we boeken vooruitgang!
Mijn zegen heeft hij. Ik zal gaan uitkijken naar ladderwagens, blusheli’s en motorspuitaanhangers.

Het waterincident

Kleine M. is een peuter van inmiddels drie en in training om zindelijk te worden. Dat het niet zonder slag of stoot gaat, zal niemand verbazen. Er zijn stoere onderbroeken gekocht om het luierloze bestaan te stimuleren. Er ontstaan ware rituelen en langzaam maar zeker nemen de ongelukjes af. Maar er zijn momenten…
potty trainingVorige week liep M. op een dag al enige tijd in zijn onderbroek rond en het ging zo goed dat ik zijn luierloosheid was vergeten, totdat er opeens een luid: “Mama!!” vanaf het balkon klonk. Ik snelde naar hem toe en heel zachtjes zei hij: “ik heb geplast”. Als  ongelukjesmanager zei ik natuurlijk dat het helemaal niet erg was. Ondertussen volgde ik het natte spoor op het balkon. Het liep tot aan de rand of ging het er ook overheen? Ik kon het niet direct goed zien. “Wat is dat nou?” hoor ik tegelijkertijd van beneden in de tuin. De oude buurvrouw stond blijkbaar in de tuin. Met enige schroom stak ik mijn hoofd over de reling en keek wat er was gebeurd. Misschien was ze net aan komen lopen? Helaas bleek het vele malen erger dan dat. Ik constateerde een grote natte plek op haar rug en ze had haar hand in haar nek gelegd. Oh nee, dit was nog veel erger! Het onschuldige ongelukje had opeens een slachtoffer opgeleverd. Direct kwam er een stroom van excuses uit mijn mond, maar ze verstond me niet. De lieve oude buurvrouw is hoogbejaard en erg slechthorend. Ze bleek haar gehoorapparaat niet in te hebben, dus het had geen enkele zin om een heel verhaal af te steken. Al schreeuwend probeerde ik haar mijn excuses aan te bieden, maar met dit zelfde volume durfde ik haar niet te zeggen wat er werkelijk was gebeurd. Met het schaamrood op de kaken schreeuwde ik dat kleine M. per ongeluk met een gietertje had gespeeld en het water over het balkon had gesproeid. Als het maar geen vies water was, zei ze. “Nee hoor, we hebben er gisteren nog de planten mee water gegeven”, loog ik verder. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen haar de waarheid toe te schreeuwen terwijl de halve buurt buiten zat te genieten van de eerste zonnestralen van de zomer.
De heibel was een beetje gesust en ik snelde me met M. naar binnen, deed alle ramen en deuren dicht en barstte in lachen uit. Die luierloze peuter stond me met grote ogen aan te kijken want hij begreep er werkelijk niets van. Hij had een plas gedaan, de buurvrouw had een hele natte rug en mama lachte tranen met tuiten? “Mama, wat is er met je? Gaat het goed?” De lieve schat had geen idee wat hij had veroorzaakt behalve dan dat hij een ongelukje had gehad. Voor ‘straf’ moest hij een tekening maken voor de buurvrouw en ik schreef als onderschrift: Excuses voor het waterincident!
Misschien moet ik ook mijn excuses maken aan kleine M. Ik heb hem tenslotte zijn eerste leugen geleerd… Al is het een leugentje om bestwil?