Monthly Archives: april 2012

Ik wil HELLO geen GOODBYE

Even was ik in de keuken en bij terugkomst bleek ‘Hello Goodbye’ te zijn begonnen. Ik moet daar niet naar kijken want de tranen biggelen geheid over mijn wangen. Snikkend kijk ik naar hoe geliefden elkaar in de armen vallen of hoe ouders afscheid nemen van hun wereldreiziger. Afscheid nemen is iets dat ik niet kan. Zo huil ik bij ieder nieuw jaar dat wordt ingeluid of beter gezegd: ieder oud jaar dat wordt uitgeluid. Ook minder symbolische vormen van afscheid brengen waterlanders naar boven. Zelfs tijdens het afscheid van een vakantie houd ik het niet droog. Tranen, dikke tranen zelfs met een onderdrukte snik. Je kunt wel stellen dat mijn emoties aardig aan de oppervlakte liggen. Ik ben een sentimentele tuttenbel.

Het afscheid tijdens deze vakantie bleek achteraf niet alleen maar goedkoop sentiment, maar ook het afscheid van een tijdperk. Door de komst van Kleine M. bijna twee jaar geleden is er een heleboel veranderd. We kunnen het niet langer negeren en het probleem moet met kop en staart worden aangepakt. Het was namelijk niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Er verschenen wolken aan de strak blauwe hemel, wolken die het zicht vertroebelden. Alles veranderde en niet alleen voor ons als nieuwbakken ouders. Sommige verhoudingen werden op scherp gezet en alles wat voorheen als vanzelfsprekend werd ervaren, veranderde vanaf de eerste seconden dat zijn komst wereldkundig werd gemaakt. Als een kleine prins werd hij het stralende middelpunt.

Ik wist dat het mis zou gaan, want van diverse kanten kreeg ik hints. Kleine M. dreigde in zijn naakte onschuld een wig te drijven tussen sommige mensen. Iets wat ik krampachtig probeerde te voorkomen, maar toen de ergste stormen waren gaan liggen, leken de nieuwe verhoudingen allemaal zijn plek te vinden. Achteraf gezien, wilde ik waarschijnlijk graag zien dat het goed zat en we in de luwte zaten. Nu is niet de bom gebarsten maar de luchtbel waarin ik zat is met een harde knal geknapt.

Toch houd ik van de luchtbel. Het is de wereld door een roze bril waar nooit een zuchtje wind staat. En tegen beter weten in, ga ik proberen de luchtbel na te bootsen maar dan realistisch met beide benen op de grond. Ik heb geen vaste hand, maar doe mijn uiterste best om alle stukjes te verzamelen en tot een evenwichtig geheel te lijmen. Niet de grote scherven, maar juist die kleine splinters maken het verschil. Ik maak een replica van de luchtbel maar dit keer met de juiste verhoudingen.

Baby on board: kan dat kind zijn klep houden?

Ken je dat? Je bent onderweg naar je vakantiebestemming en in het vliegtuig, de bus of de trein zit er één: zo’n blèrend kind. Het krijst en het lijkt de hele reis te duren. Natuurlijk overkomt jou dat ALTIJD. Ik herken mezelf in deze grote ergernis. Totdat je gedwongen wordt van Portugal naar Schiphol te reizen per bus omdat er een fijne vulkaan is uitgebarsten en je als bijkomend pluspunt ook nog eens 20 weken zwanger bent. Ja, dan piep je wel anders en is een blèrend kind een peulenschil. Ik zou zeker drie weken een blog kunnen wijden aan het busdrama. Van mensen die mijn zwangerschap in twijfel trokken (“Ja ja, mevrouwtje als u zwanger bent, dan ben ik het ook!”) tot een dochter van een keurige man in ruitjesbroek die de bus werd uitgezet. Kortom, mocht ik ooit nog smeuïg willen bloggen over dit avontuur, dan heb ik aan inspiratie geen gebrek.

Het gaat dit keer echter over iets anders. De eerste ergernis: die vreselijk irritante baby in het vliegtuig. Het is namelijk zo ver…we staan aan de vooravond van een groot vliegavontuur. En sinds het moment dat we de knoop doorhakten om te gaan, probeer ik een gedachte keihard te negeren. Natuurlijk tegen beter weten in… De kans bestaat namelijk dat we deze week zelf zo’n bloedirritant kind meenemen. En dan ben jij opeens de oorzaak van de frustratie bij je medepassagiers. Op voorhand voel ik de priemende ogen al en hoor ik het gesmoes om me heen.

Toch hoop ik vurig dat kleine M. het geweldig vindt. Langzaam bereiden we hem voor op de vliegreis. Hij weet inmiddels dat het voertuig door de lucht vliegt en lijkt het fenomeen wel te kunnen waarderen. Dit zijn dan ook de enige positieve factoren. We vliegen bij het krieken van de dag en moeten om half drie ’s nachts ons bed uit. Meneertje lijkt op zijn ouders en houdt niet zo van (te) vroeg opstaan. Een ochtendhumeur is hem niet vreemd en ik verwacht dan ook weinig enthousiasme om half drie. Toch denk ik dat we het vroege opstaan nog wel kunnen maskeren met een paar geweldige afleidingsmanoeuvres. Een paar grappen en grollen, iets lekkers in zijn tas en eenmaal op Schiphol is er genoeg te zien.

Het leek allemaal nog steeds goed te komen, totdat hij vanmorgen wakker werd met een enorm verkouden snoetje. De zakdoeken waren de hele dag niet aan te slepen en ook een vervelend hoestje lijkt in aantocht. Ik houd nu echt mijn hart vast, maar zal voor mezelf ook een paar afleidingsmanoeuvres moeten bedenken. Want als hij merkt dat ik er aan twijfel dan gaat het zeker mis. Ik haal een paar keer diep adem en zet mijn clownsneus op. Achter die neus is een clown tenslotte ook niet die vrolijke grappenmaker waar alle kinderen zo mee weglopen. We maken er het beste van.

Ik zit in de lucht, maar ben vanaf nu even twee weken uit de lucht. Tot later!

Een portie engelengeduld – deel twee

Een weekend om snel te vergeten.

Mag je medelijden met jezelf hebben als je kind ziek is? Die vraag heb ik me de afgelopen dagen vaak gesteld. Kleine M. was ziek en niet zo’n beetje ook. Heel zielig voor een uk die niet kan vertellen waar hij last van heeft. Ik betrapte me echter ook vrij snel op een bijna egoïstische gedachte: hoe moet dat met werk? Ik ben net een maand bij mijn nieuwe werkgever en kan niet aankomen met de mededeling dat mijn kind ziek is. Gelukkig zijn er heel lieve opa’s en oma’s die niet alleen verknocht zijn aan hun kleinkind, maar ook hun hand niet omdraaien voor een dagje ziek en zeer.

Twee dagen was Kleine M. in de veilige handen van zijn grootouders geweest en ze zeiden allemaal hetzelfde: een zielig vogeltje dat niets liever deed dan tegen je aan kruipen op de bank. Goed ziek dat wel, maar je had er verder geen kind aan. Dat stemde me gerust. Ik zou het hele weekend alleen zijn omdat manlief alle dagen moest werken, dus als het ziek zijn dan van een klein leien dakje kon gaan….graag! Helaas was ik voor het gemak vergeten dat die kleine boef bij zijn opa’s en oma’s altijd lief is, extreem goed luistert en vooral niet moeilijk doet. Een verdacht voorbeeldig kind…

Het werd een weekend om heel snel te vergeten. Zaterdag begon de ochtend vroeg maar nog zonder al te veel zorgen. Niet heel veel later begon de ellende. Huilen op het hysterische af en het leek eindeloos. Opeens was ik de moeder van een huilbaby of liever gezegd een huildreumes. Niets wat ik deed leek te helpen en vaak maakte ik het alleen maar erger. Waar ik de avond ervoor nog gniffelde bij de reclame van BOL: ”hebben wij weer…een lachbaby”, had ik nu maar wat graag een lachbaby gehad. Als het gekrijs zijn hoogtepunt bereikte, liep af en toe mijn geduldige emmertje over. Hij huilde namelijk niet alleen omdat hij ziek van ellende was, maar ook nog eens omdat hij zijn zin niet kreeg. Dubbel drama dus. Helaas ben ik niet gezegend met een onuitputtelijke dosis geduld en de ‘tel-tot-tien-oefeningen’ die mijn vader mij vroeger leerde, hielpen die dag ook niet. Door het oorverdovende gebrul kon ik geen contact meer krijgen met mijn eigen gedachten. Het bewijst maar weer eens dat ik niet gemaakt ben voor dit soort situaties. Het staat lijnrecht tegenover wat een moeder zou moeten zijn, maar hoe zielig Kleine M. ook was, ik vond mezelf bijna net zo zielig. Opeens begreep ik wel waarom ouders soms doorslaan. Zover is het godzijdank niet gekomen, maar ik had heel graag een rol behang gehad om hem die dag achter te plakken.

Inmiddels zijn we weer een paar dagen verder en is het grootste leed geleden. Even waren we bang dat het negatieve temperament niet met de koorts zou verdwijnen. Gelukkig lijkt dat niet het geval en knapt hij weer op.
Wel heb ik dit weekend twee wijze lessen geleerd. Les 1: vertrouw nooit op de in liefde gedompelde woorden van opa’s en oma’s. Zij zien alles door een roze bril.
Les 2: het is de hoogste tijd om op zoek te gaan naar dat extra portie engelengeduld, waar ik al eens eerder om vroeg.