Ken je dat? Je bent onderweg naar je vakantiebestemming en in het vliegtuig, de bus of de trein zit er één: zo’n blèrend kind. Het krijst en het lijkt de hele reis te duren. Natuurlijk overkomt jou dat ALTIJD. Ik herken mezelf in deze grote ergernis. Totdat je gedwongen wordt van Portugal naar Schiphol te reizen per bus omdat er een fijne vulkaan is uitgebarsten en je als bijkomend pluspunt ook nog eens 20 weken zwanger bent. Ja, dan piep je wel anders en is een blèrend kind een peulenschil. Ik zou zeker drie weken een blog kunnen wijden aan het busdrama. Van mensen die mijn zwangerschap in twijfel trokken (“Ja ja, mevrouwtje als u zwanger bent, dan ben ik het ook!”) tot een dochter van een keurige man in ruitjesbroek die de bus werd uitgezet. Kortom, mocht ik ooit nog smeuïg willen bloggen over dit avontuur, dan heb ik aan inspiratie geen gebrek.
Het gaat dit keer echter over iets anders. De eerste ergernis: die vreselijk irritante baby in het vliegtuig. Het is namelijk zo ver…we staan aan de vooravond van een groot vliegavontuur. En sinds het moment dat we de knoop doorhakten om te gaan, probeer ik een gedachte keihard te negeren. Natuurlijk tegen beter weten in… De kans bestaat namelijk dat we deze week zelf zo’n bloedirritant kind meenemen. En dan ben jij opeens de oorzaak van de frustratie bij je medepassagiers. Op voorhand voel ik de priemende ogen al en hoor ik het gesmoes om me heen.
Toch hoop ik vurig dat kleine M. het geweldig vindt. Langzaam bereiden we hem voor op de vliegreis. Hij weet inmiddels dat het voertuig door de lucht vliegt en lijkt het fenomeen wel te kunnen waarderen. Dit zijn dan ook de enige positieve factoren. We vliegen bij het krieken van de dag en moeten om half drie ’s nachts ons bed uit. Meneertje lijkt op zijn ouders en houdt niet zo van (te) vroeg opstaan. Een ochtendhumeur is hem niet vreemd en ik verwacht dan ook weinig enthousiasme om half drie. Toch denk ik dat we het vroege opstaan nog wel kunnen maskeren met een paar geweldige afleidingsmanoeuvres. Een paar grappen en grollen, iets lekkers in zijn tas en eenmaal op Schiphol is er genoeg te zien.
Het leek allemaal nog steeds goed te komen, totdat hij vanmorgen wakker werd met een enorm verkouden snoetje. De zakdoeken waren de hele dag niet aan te slepen en ook een vervelend hoestje lijkt in aantocht. Ik houd nu echt mijn hart vast, maar zal voor mezelf ook een paar afleidingsmanoeuvres moeten bedenken. Want als hij merkt dat ik er aan twijfel dan gaat het zeker mis. Ik haal een paar keer diep adem en zet mijn clownsneus op. Achter die neus is een clown tenslotte ook niet die vrolijke grappenmaker waar alle kinderen zo mee weglopen. We maken er het beste van.
Ik zit in de lucht, maar ben vanaf nu even twee weken uit de lucht. Tot later!