Tag Archives: emoties

Vrienden

Deze Sjors Twijfelt is een ode aan de vrienden van onze M. Stuk voor stuk fantastische kinderen met een heel groot hart.

Al een paar weken waren we thuis in de ban van het schoolkamp. Als verse achtstegroeper doorgaans een van de hoogtepunten van het jaar. Onze eigen achtstegroeper zag dat echter anders. Er lagen overal obstakels op de loer en dat daarachter mogelijk een leuk kamp verscholen ging, was voor hem nauwelijks denkbaar.

We probeerden het avontuur luchtig te houden en hem niet te overladen met oplossingen, maar concentreerden ons op één zin: maak het jezelf zo makkelijk mogelijk. Dus vraag jezelf af: vind ik dit fijn? Nee? Bedenk dan ook nog hoe je je voelt als je het niet zou doen en kies dan het makkelijkste.

Woensdagochtend was het zover. Het moment van de waarheid. M. was wat stil maar goed gemutst, tot de bus de hoek om kwam. Toen veranderde het schoolkamp van slechts een angstige gedachte tot de bittere realiteit. De meeste kinderen stonden te trappelen van ongeduld en konden zich eindelijk op het schoolkamp storten. M. niet, zijn wereld stortte in en hij begon hartverscheurend te huilen. Ik had zo met hem te doen, maar wat er vanaf dat moment gebeurde heeft me diep geraakt.

Een voor een kwamen zijn vrienden naar hem toe en begonnen hem bemoedigende woorden in te fluisteren. Een lieve aai van een ander in het voorbij gaan. En tot slot een kwartet dat hem beloofde dat het een super leuk kamp zou worden en ze hem zouden helpen. Een enorme groepsknuffel volgde en ik voelde dat ik het kon loslaten. Het zou allemaal goed komen.

Terwijl ik dit schrijf raak ik weer ontroerd. Wat een geweldige vrienden! Dat hij kan zijn wie hij is zonder zich af te vragen of het wel stoer genoeg is. Dat hij niet bang hoeft te zijn dat zijn introverte, voorzichtige houding hem minder leuk maakt. Deze vrienden zijn goud waard! Als je elf bent en al zo kunt vertrouwen op je vrienden, dan ben je een rijk mens.

En ik ben dankbaar voor hen en voor hun ouders die met deze lieve kinderen de wereld weer een beetje mooier maken.

Kans op een knuffel

‘s Ochtends voor achten op de fiets, ik ben het niet meer gewend. Sinds onze wereldwijde gezondheidscrisis werk ook ik zoveel mogelijk vanuit huis, dus ‘s ochtends na het ontbijt verandert de eettafel in het bureau. Voor het kantoorgevoel verruil ik wel altijd de joggingbroek voor een gepast werktenue. Maar veel verder dan deze huiselijke vierkante meters heeft mijn woon-werkverkeer deze periode niet gereikt. Donderdagochtend had ik echter een andere missie dan werk en deze liet zich vanuit huis niet organiseren. Een vaccinatie als minuscule bijdrage aan het mogelijk maken van het nieuwe knuffeltijdperk.

Het was die ochtend opvallend druk op straat, alsof ik onder een thuiswerk-steen had geleefd en de wereld gewoon was doorgegaan. Toch voelde het vertrouwd en ik realiseerde me dat dit binnenkort ook weer mijn routine zou worden. Onderweg vroeg ik me af wie van mijn mede-reizigers misschien ook richting vaccinatie fietsten. Los van die gedachte was ik vooral bezig om te zorgen dat ik op tijd zou zijn. De gehaaste forens, niks veranderd dus!

Eenmaal mijn fiets geparkeerd, liep ik een geoliede machine binnen. De lange, slingerende rij mensen loste op in het niets. Iedereen onderweg naar zijn aangewezen shot. Terwijl een tenenkrommend Disney lied irritant in mijn oor kriebelde, werd ik plotseling overmand door emoties. Dit was het einde, of beter nog het begin van een nieuw tijdperk!

Het einde van aan huis gekluisterd zijn met slecht nieuwsberichten, vreselijk zieke mensen, uitgestelde feestelijkheden en misgelopen warmte, dat einde is in zicht. Deze slingerende rij wachtenden vormt samen met mij en vele anderen een schakel in ons herstel. Tranen rolden over mijn wangen, maar dat zag gelukkig niemand. Goddank voor het katoenen mondkapje! Vochtabsorberend én anonimiserend tegelijk. Ik kon met een gerust hart mijn emoties de vrije loop laten. Totdat… ik natuurlijk ook ging snotteren, want die neus krijg je er gratis bij.

Tien minuten later op het verkoeverstoeltje voelde ik me voorzichtig blij en kreeg ik de onbedwingbare behoefte naar het buitenland te reizen, een feest te plannen en te proosten op het gewoon weer kunnen leven. Leven zonder overal over na te hoeven denken. Iets zorgelozer leven, je zou bijna vergeten dat het kan. Bijzonder om te merken dat ook zonder al te veel persoonlijk leed, je zoveel emoties voelt over de afgelopen periode.

Nog even en we kunnen samen dansen, knuffelen en vieren dat we er weer zijn. Samen! Ik kan niet wachten.

Herinneringen van stof

Er werd me thuis al maanden ingefluisterd dat er nog wat kledingzakken op me lagen te wachten. Lange tijd wist ik de souffleur vakkundig te negeren, maar na de zoveelste regenachtige weekenddag was er geen ontkomen meer aan.

Ik ben niet goed in dingen weggooien, omdat er zo vaak zoveel herinneringen aan kleven. Ik houd ook niet van Marie Kondo want herinneringen sparken niet persé dagelijks joy, maar zijn wel een joy voor later. Ontvangen kaarten met lieve boodschappen, eerste kindertekeningen met koppoters (“ach dat is toch lief en zo leuk voor later!”) en bij spullen denk ik vaak dat het nog wel een keer van pas komt. Kleding daarentegen is toch wel echt een ander verhaal. Daar heb ik misschien nog wel meer moeite mee.

Een geweldige maar uit-de-mode-broek met draken bijvoorbeeld. Of een prachtig wollen truitje dat inmiddels een naveltruitje zou zijn. En een heuse Jean Paul Gaultier jurk, die ik nu nooit meer aan zou trekken. Maar weggooien? Nee, dat kan ik echt niet. Die drakenbroek was mijn zelfstandige avonturiersbroek toen ik voor stage in Londen ging wonen. Het wollen truitje is van mijn moeder geweest, dat zij droeg toen zij op zichzelf ging wonen. De designer jurk…ach ja, zoiets doe je toch niet weg?!

Ook vond ik nog mijn eerste sollicitatiepak, het jurkje dat ik droeg tijdens mijn diploma-uitreiking, mijn trouwoutfit, het hemd dat ik droeg toen M. werd geboren en nog meer van die herinneringen van stof. Ik kan dat niet weggooien. Het is net als met geuren, ruik ik een bepaalde geur dan duik ik direct in een herinnering. De geur van olie en fietsbanden brengt me bij mijn vader’s winkel. De geur van diesel zet me als meisje op het schip van mijn vriendinnetje. En de geur van cassis brengt me bij oma thuis. Mooie herinneringen die niet zonder geur lijken te kunnen.

De opruimwoede in mijn kledingkast stopte abrupt toen ik voor de zoveelste keer die drakenbroek tegenkwam. Het opruimen van de fast fashion shirtjes en broeken ging razend snel, maar bij die unieke stukken beleefde ik een trip down memory lane. Mooi hoe dat werkt en dus waardevol om te behouden, maar laat ik ze dan in de kast liggen? Zodat ik bij elke opruimbeurt weer mezelf diezelfde vragen stel?

Nee, ik besloot het anders te doen. Ik heb nu een heus kledingkoffertje met herinneringen. Als ik wil, duik ik daarmee weer terug in de mijlpalen van mijn leven. En het koffertje heeft nog ruimte over, dus genoeg plek om nieuwe waardevolle herinneringen te herbergen.

Ben ik dan niets opgeschoten die dag? Jawel! Ik heb vier vuilniszakken kleding weggedaan, een paar stukken herontdekt en dus eindelijk een keuze gemaakt over mijn stoffen herinneringen. Stiekem ben ik die souffleur toch dankbaar!

Marie Kondo á la Sjors…

Verbinding verbroken

Niet zo lang geleden omschreef iemand mij als een parkiet. Zo’n parkietje dat iemand meeneemt de mijn in, als een voorspeller van onraad. Zodra hij het loodje legt of wegvliegt, weet je dat jij je ook uit de voeten moet maken. De omschrijving raakte me, want het is spot on: mijn voelsprieten werken haarfijn en een emotioneel onveilige situatie zie ik vaak van ver aankomen. Het zorgt ervoor dat ik steeds makkelijker op situaties kan anticiperen en soms vooraf beslissingen kan bijsturen, zodat we vlak voor die emotionele klif piepend tot stilstand komen.

Ik merk alleen dat het tegenwoordig steeds moeilijker gaat. Met iedereen op afstand en continu een scherm tussen mij en de wereld, ben ik een parkietje met een veilig gasmasker. Op zich is deze corona-tijd met de geborgenheid van thuis voor een HSP (hoogsensitief persoon) zoals ik een zegen; de hoeveelheid prikkels is aanzienlijk minder en je hebt zelf veel meer controle over wat je wel en niet toelaat. Dat geeft rust en maakt dat ik in mijn hoofd meer ruimte heb dan ooit tevoren. Tegelijkertijd raak ik steeds meer de connectie kwijt. Door het leven via een scherm te beleven, mis ik de voorspellende prikkels. Zie het als een kat zonder snorharen of als een vleermuis zonder sonar. Situaties voel ik minder goed aan en langzaam maar zeker lijkt de verbinding soms verbroken.

Dat is op zich niet erg, want ik heb me nog nooit zo rustig gevoeld en het geeft me de ruimte om andere dingen te doen, zoals het voorzichtig schrijven aan een boek. Maar ben ik dat wel? Jawel, dat ben ik ook, alleen dan niet helemaal compleet. Dat parkietje maakt me wie ik ben, in mijn werk en als persoon. Dat parkietje zuigt misschien soms alle energie uit me, maar het maakt me ook sterk en hierdoor sta ik in contact met de wereld. Want ik wil zien hoe mensen erbij staan, ik wil hun mimiek in 3D kunnen zien, ik wil kunnen horen of ze gejaagd ademhalen en ik wil hun aanwezigheid én afwezigheid voelen. Zonder die voelsprieten krijg ik nooit de vinger achter mijn vermoedens.

Ik wil collega’s na een vergadering tegenkomen bij de koffieautomaat, caissières kunnen begroeten met een glimlach in plaats van een mondkapje en aan een omhelzing voelen hoe het echt met iemand gaat. Natuurlijk mist iedereen dit en verlangen we naar de dag dat dit allemaal wel weer mag, maar als parkiet kán ik niet zonder deze prikkels. Dat gasmasker moet af en die snorharen moeten worden gerepareerd. Ik wil doen waar ik goed in ben en wat door deze lockdown heel duidelijk is geworden: verbinding maken. Maar als ik die verbinder wil zijn dan moet ik eerst de verbroken verbinding in ere herstellen. Iets dat door de corona-maatregelen ingewikkeld is, maar niet onmogelijk. Dus moet ik op zoek naar andere manieren om in contact te komen, ook al betekent het misschien dat ik er schroom voor opzij moet zetten en hordes over moet. Zolang de verbinding verbroken is, ben ik niet compleet. Terug die mijn in, zonder gasmasker maar oké vooruit wel met een mondkapje :-)

In levenden lijve

“We hebben elkaar al een jaar niet in het echt gezien!” zegt een fijne collega als we elkaar ontmoeten. Het is een prachtige winterdag en we gaan samen wandelen om weer eens bij te praten. Met wat ze zegt, slaat ze de spijker op z’n kop. We zien elkaar regelmatig maar dan op een plat scherm. Dat scherm ontneemt je alle non-verbale communicatie en eerlijk gezegd ook de waardevolle privégesprekken.

Daar waar je in het pré-coronatijdperk je groen en geel kon ergeren aan vergaderingen die maar niet to the point kwamen, komen die in de digitale juist net iets te snel to the point. We hebben er bovendien ook zo vaak zoveel achter elkaar dat je al blij bent als je op tijd naar het volgende onderwerp hebt kunnen schakelen. Dus informeren naar iemands privé doe je niet zo snel en al helemaal niet omdat alle andere aanwezigen dan toeschouwer zijn van jullie gesprek.

Nu denk je misschien: dan bel je toch gewoon? Als je echt zo graag iemand persoonlijk wilt spreken dan bel je op. Dat zou inderdaad kunnen, maar zo’n gesprek is fijner als het spontaan ontstaat. En gelukkig had ik binnen een week twee keer de kans om een collega in levenden lijve te zien! Zo ontzettend fijn, want wist je dat als iemand lacht, niet alleen mondhoeken omhoog gaan en ogen gaan glinsteren? Er gebeurt iets veel groters en er komt energie vrij die de vrolijkheid bij anderen weer aanwakkert. Zo’n stralende persoonlijkheid dringt niet door een plat scherm heen.

En dan hebben we het nog helemaal niet over collega’s die afscheid nemen. Het is onwijs lief dat iedereen bij elkaar komt, mooie afscheidswoorden heeft en het zichtbaar jammer vindt dat die collega weggaat, maar waar moet je met je emoties heen? Huilen in zo’n plat vierkantje voelt heel ongemakkelijk weet ik uit ervaring. Alsof je opeens de nieuwslezer bent waar heel Nederland naar kijkt. Afscheid nemen via een scherm is gewoonweg niet leuk, het doet niemand recht hoe hard je dat ook probeert en als je de meeting afsluit dan gaat het scherm letterlijk op zwart. Bedankt en tot ziens!

Wat zou het heerlijk zijn om elkaar weer te omhelzen bij een afscheid, elkaar op de schouder te slaan bij een goeie grap of elkaar met een glimlach te begroeten in plaats van eerst je digitale hand op te moeten steken als je iets wilt zeggen. Ik weet dat er ergere dingen zijn en dat er mensen zijn die helemaal niet kunnen werken. Maar als je in korte tijd twee collega’s ‘in het wild’ hebt gezien dan besef je weer even wat je mist en waarom offline samenwerken je werk zoveel leuker maakt. Ik krijg zo langzamerhand heimwee naar zo’n tenenkrommende, doelloze vergadering of noemen we dat in het vervolg: het sociale uurtje?

Mekaarlijkheid

Mekaarlijkheid, vind je dat geen mooi woord? In januari volgde ik een webinar van Get it done en Dirk de Wachter vertelde daar over het belang van mekaarlijkheid. Een woord dat hij heeft bedacht en precies aangeeft wat in deze tijden het belangrijkste is: er zijn voor elkaar. De verbinding zoeken.

Ik was geraakt door zijn verhaal, want dat is natuurlijk wat we nu zo missen. Of het nou komt omdat we vooral bezig zijn met overleven in deze moeilijke tijd of dat we in een maatschappij leven waar het individu belangrijker lijkt dan het collectief, feit is dat we minder oog hebben voor elkaar. Ik heb er al vaker over geschreven, maar raakte geïnspireerd door het prachtige betoog. In een tijd waarin je niet lijkt te mogen twijfelen, want als je niet voor bent dan ben je vanzelfsprekend tegen. In een tijd waarin een andere mening niet uitgesproken maar vaak uitgeschreeuwd wordt. Juist in deze tijd is het belangrijk om naar elkaar om te kijken. En dat kan zo eenvoudig!

Je mag best weten dat ik het een ingewikkelde tijd vind. Ik ben bereid te luisteren naar andere meningen, maar wil niet gedwongen worden om daardoor een keuze te maken die niet de mijne is. Polarisatie door keihard naar elkaar te schreeuwen, doet me echt verdriet. Wij tegen zij en erger nog: ik tegen jou.

Discussiëren om samen verder te komen en zo tot het beste resultaat te komen is waardevol, maar belangrijk daarbij is wel dat je naar elkaar luistert en dat je een ieder in zijn waarde laat. Door dat niet te doen, doe je niets anders dan blèren en als ik me niet vergis is dat waar we bij kinderen vaak zo’n hekel aan hebben. Overtuig me met je oprechte aandacht en interesse, maar splits me geen geschreeuwde onwaarheden in de maag.

Je hoeft mijn mening niet te delen en toch kan ik aandacht voor je hebben. We kunnen het nog zo oneens zijn, maar toch kun je bij mij terecht. Ik wil naar je luisteren en de tijd voor je nemen, want ik ben benieuwd hoe het met je gaat. Ik wil niet weten hoe jij over het coronabeleid denkt, maar wel hoe jij je staande houdt in deze crisis. Waar kan ik je bij helpen? Kan ik naar je luisteren?

Mekaarlijkheid, er zijn voor elkaar. Dat kan klein door het geven van een glimlach of een vriendelijk ‘goedemorgen’, het mag ook groter door je open te stellen voor een ander. Maar wat je ook doet, doe het vanuit je hart en probeer voorbij de oppervlakkigheden te kijken. En zeg nou zelf: waar word je nou gelukkiger van? Van schreeuwen om het hardst of van een glimlach die je op iemands gezicht hebt getoverd?

Wees lief voor elkaar en onthoud vooral dat prachtige woord van Dirk de Wachter: mekaarlijkheid.

Wil je de video met Dirk de Wachter terug zien? Dat kan via deze link: Mekaarlijkheid

Nieuw jaar nieuwe lessen

Er zijn mensen die zweren bij een frisse nieuwjaarsduik. Er zijn ook mensen die goede voornemens maken en ook voornemens zijn zich daar aan te houden. Ik hoor bij geen van deze groepen. Voor goede voornemens ben ik te laks en die nieuwjaarsduik staat me op alle fronten tegen. Liever kies ik mijn eigen pad. Een pad dat me niet altijd even efficiënt brengt waar ik naartoe wil, maar dat is niet erg. Het is de route die bij me past en het zegt niets over mijn doelen of ambitie om in een nieuw jaar iets te bereiken. Ik volg alleen de route die mijn hart me ingeeft en die laat zich dus niet leiden door tijdsdruk of een logisch moment.

Toch bespeurde ik in deze eerste week opeens een bepaalde druk die ik niet eerder had gevoeld. Een fris begin na zo’n vreemd jaar, een nieuw jaar waar iedereen naar snakt. Terugkijkend op vorig jaar was ik trots: ik was terug na een burn-out, we hadden de lange lockdown als gezin met vlag en wimpel doorstaan en ik had de weg gevonden die ik zolang zocht. Kortom hoe zou ik vorig jaar ooit nog kunnen toppen?

De eerste werkdag van 2021 was, zoals voor alle ouders, meteen een vuurdoop: thuiswerken, thuisscholing en opstarten na een vakantie. Maandagochtend om tien uur voelde ik me al als een uitgewrongen washandje. Al mijn kruit verschoten door als een kip zonder kop te gaan rennen. En de dag werd er niet beter op: al die ballen in de lucht houden, zorgen dat een tienjarige rustig landt in de online schoolomgeving en zelf urenlang vergaderen op de eerste dag van het nieuwe jaar. Rennen, non stop rennen, niet pauzeren want die ballen… die moeten in de lucht blijven. Sorry? Heb je nou helemaal niets geleerd dit afgelopen jaar? Stop eens even en kijk wat je aan het doen bent. Hoe zat het ook alweer met reële verwachtingen en de lat op bereikbare hoogte? Het leek alsof de bewijsdrang en het irreële verantwoordelijkheidsgevoel weer terug waren als nooit te voren.

De druk die ik mezelf ongemerkt oplegde, had zijn weerslag op het werk maar ook op het gezin. De HSP’ers (hoogsensitieve personen) in huis waren knock-out en de niet HSP-er bekende de hele dag op zijn tenen te hebben gelopen. Zo zouden we het geen week volhouden met elkaar, dus moest ik weer even terug naar de realiteit. Gelukkig duurde het een dag en verliep daarna de week heel ontspannen en hebben we inmiddels een goed ritme te pakken. Desondanks vraag ik me wel al de hele tijd af waarom ik toch weer als een kip zonder kop ging rennen. En ik denk dat ik het weet.

De start van een nieuw jaar voelt alsof ik opnieuw moet bewijzen dat ik iets kan. Vorig jaar kon ik in de luwte mezelf opnieuw vormgeven en vond ik na lang zoeken de juiste vaargeul. In plaats van er trots op te zijn en door te gaan daar waar ik voor kerstmis was gebleven, heb ik de gewoonte om het mezelf onnodig moeilijk te maken. Dus schoot de lat op één januari weer omhoog. Dit keer met de brandende noodzaak om mezelf opnieuw te bewijzen. En voor wie? Ik vrees voor niemand anders dan voor mezelf, want er is altijd een klein duiveltje in mij dat mij ervan overtuigt dat het nooit goed genoeg is.

Het is jaar is net een week op stoom, maar de eerste oh zo wijze les heb ik alweer op zak. Rustig aan, vergeet jezelf niet mee te nemen als je toch gaat rennen en vertrouw op wie je bent. Als dit een voorbode is voor het hele jaar dan wordt 2021 een jaar vol wijze lessen. Ik kan niet wachten!

Stond het jaar echt stil?

Het jaar voelde saai en eentonig. Al maanden begint en eindigt de dag aan de eettafel, daar wordt gewerkt, gegeten, gewerkt en gegeten. Zo zal het bij veel mensen zijn; veel thuis en weinig vertier. We misten dit jaar onze vakanties, onze feestjes en eigenlijk alle dingen die zo normaal zijn. Het voelde vaak alsof elke dag hetzelfde was en alsof alles stilstond.

Maar was dat ook zo? Stond alles echt stil? Als ik vluchtig naar het jaar kijk, dan werd de wereld inderdaad steeds een beetje kleiner en eindigt het jaar dus aan de eettafel. Maar als ik rustig de tijd neem om naar 2020 te kijken, dan is de wereld verre van hetzelfde als een jaar geleden.

De wereld heeft meerdere keren op haar grondvesten geschud. Sommige mensen hebben hun masker afgezet en uit frustratie hun lelijke kant laten zien. Er kwamen maatschappelijke problemen bovendrijven en de maatschappij lijkt soms meedogenlozer dan ooit. Het doet pijn om zoveel verschillen te zien, het is verdrietig om zo met eenzaamheid geconfronteerd te worden en het is erg om te merken dat er heus niet zoveel liefde en verdraagzaamheid is, zoals we altijd maar beweren. Wij hebben als mensen met elkaar heel veel werk te verzetten, dat valt na dit jaar niet meer te ontkennen. We kunnen dus niet zeggen dat de wereld stilstond, maar misschien voelde het wel alsof onze persoonlijke wereld stilstond.

Heeft die ogenschijnlijke stilstand dan ook iets moois opgeleverd? Er zijn genoeg mensen voor wie het jaar echt uitzichtloos was en die wens ik een hoopvol en licht 2021. Zij hebben dit jaar genoeg moeten dragen, voor hen wordt het tijd voor verlichting van de last.

Zelf wil ik het Sjors Twijfeltjaar graag positief afsluiten en vertel ik je wat het jaar mij heeft gebracht, want uitzichtloos begon het voor mij ook. Ik was ziek thuis en zat met mezelf in de knoop. Toen we destijds op één januari om twaalf uur proostten op een voorspoedig 2020, had ik niet het gevoel dat ik ooit uit die diepe, donkere put zou komen. Toch gebeurde het, heel voorzichtig, want langzaam maar zeker voelde ik dat de ballast lichter werd.

En de handrem die ons leven in maart zo abrupt stilzette bleek, na wat organisatorisch gepuzzel, mijn katalysator. Het hielp me om keuzes te maken en het hielp me dus ook om eindelijk afscheid te nemen van de negatieve energie die ik al zolang met me meedroeg. Die ballast had ik niet eerder los durven laten, omdat ik er dan iemand anders mee zou opzadelen. Maar als de nood aan de man is, maak je kennelijk opeens wel die enge keuzes.

Hoe lichter mijn rugzak werd, hoe meer ik er over kon schrijven en gaandeweg merkte ik dat er mensen door werden geraakt. Ik was zo verrast dat ik, door mezelf open en kwetsbaar op te stellen, andere mensen op een positieve manier kon bereiken. Zo lang ben ik op zoek geweest naar wat ik dit leven terug kan geven en ik geloof dat ik het eindelijk heb gevonden. De gedachte dat ik iemands dag een klein beetje beter kan maken, vind ik zo bijzonder. In deze laatste maanden van dit krankzinnige jaar heeft die gedachte me vleugels gegeven.

En vraag jij je af wat jij dit jaar voor iemand hebt betekend? Wees dan niet te streng voor jezelf, want misschien heb jij onbewust wel iemands dag opgevrolijkt door een eenvoudige ‘goedemorgen’. Of is iemand je dankbaar omdat je hem of haar voor liet in de rij bij de kassa. Kun je je daar nog steeds niets bij voorstellen? Onthoud dan dat ik je dankbaar ben! Dankzij jouw interesse in mijn verhalen en alle warme reacties, heb ik de kracht teruggevonden die ik op één januari 2020 nog volledig kwijt was. Dank je wel!

Voor 2021 wens ik iedereen een mooi en warm jaar. Maak het jezelf niet te moeilijk, want het leven is al ingewikkeld genoeg.

Alarmfase in mijn hoofd

“Hallo, bent u Sjors Twijfelt?” Een vriendelijke maar dwingende mannenstem galmt door ons trapportaal. In mijn hoofd moet ik even schakelen, want ik verwacht totaal iemand anders aan de deur. “Buiten bij de container heb ik iets gevonden en uw adres staat erop.” Terwijl ik vrolijk naar beneden loop en denk aan een attente postbode, heeft de man (overduidelijk geen postbode) inmiddels een stap over de drempel gezet. Hij wijst op iets dat buiten op de stoep ligt; een groot stuk karton met daarop in vurig rode spuitbusletters: Aso! Wat denk je wel, Aso!

Mijn stemming schiet van vrolijke ontspanning naar alarmfase één. Mijn hersenen werken op volle snelheid. Die grote lege doos, is die van mij? Hoe kan dat nou? We hadden wel karton weggebracht, maar ik weet zeker dat niemand bij ons thuis ooit afval zou laten slingeren. En toch staat mijn naam op die doos.

Elke zenuw in mijn lijf is in opperste staat van paraatheid. Aan een stuk door vuurt de man felle bewoordingen op me af. Hij houdt keurig afstand, maar het voelt alsof hij met zijn voorhoofd tegen mijn voorhoofd staat. Zo dichtbij, zo veel te dichtbij.

Een punt van de doos had niet in de container gezeten en was er uitgehaald door iemand die zijn eigen oudpapier kwijt wilde. Maar het heeft geen zin om dat tegen deze briesende pitbull te zeggen, want hij zal het alleen maar bestempelen als een slechte smoes. Ik maak aan de lopende band excuses en geef aan dat ik zijn punt begrijp, maar hij hoort me niet en zit vast in zijn eigen felle monoloog.

Achteraf herken ik deze situatie van enkele jaren geleden tijdens een cursus. Daar was ik met een soortgelijke man ook in een onschuldige, maar toch dreigende situatie beland. We speelden een spel waarbij we ons doel moesten behalen zonder te praten. Hij en ik hadden onze zinnen gezet op dezelfde stoel. We stonden tegenover elkaar met elk twee stoelpoten in de hand. De man wilde niet opgeven, dat was duidelijk. Ik net zo min. Totdat ik hem recht in de ogen keek en mijn lichaam in alarmfase één schoot. Zijn blik was zo beangstigend dat ik van schrik losliet en de zaal uit rende.

Destijds had ik het niet zo goed begrepen, maar inmiddels weet ik beter. Ieder mens met een normale prikkelfilter, zou in deze situatie niet in paniek raken. Misschien enige dreiging voelen, maar zich wel staande houden en iemand van gelijke repliek dienen. Bij mij werkt dat niet zo. Bij mij voelt het zoals in zo’n tekenfilm waarbij een grote vent, á la Brutus uit Popeye, je bij je nek grijpt en je twee meter boven de grond laat bungelen. Elke zenuw in je lijf staat in de vluchtstand. Wegwezen hier, maar je kunt niet weg. Je zit gevangen in de situatie en dat terwijl niemand je fysiek tegenhoudt.

Natuurlijk had ik liever gehad dat de containerman niet had aangebeld. En je kunt je ook afvragen of zijn methode wel door de beugel kan, maar toch zit er ook weer een waardevolle les in. Mijn intuïtie en mijn lichaam vertellen me haarfijn wanneer iets niet in de haak is. Daar mag ik dus altijd op vertrouwen. Nu nog een manier vinden om er iets relaxter mee om te gaan.

Als jij dat ook wilt

“Hij zit al een halfjaar in de klas en durft nog steeds niks te zeggen, dat is bij alle andere kinderen héél anders.” Deze boodschap kregen we inmiddels alweer zeven jaar geleden. M.’s eerste jaar op school en ons eerste jaar als ouders van een schoolgaande kleuter. Wij waren net zulke groentjes als hij.

We gunden hem een makkelijke overgang van het veilige thuis naar de onbekende schoolomgeving, meteen met leuke vriendjes en een enthousiaste leerkracht. De mededeling dat het volgens de juf maar eens klaar moest zijn met het kat-uit-de-boom-kijk-gedoe, was dan ook echt verdrietig. Het was tenslotte alles wat we niet hoopten voor onze kleuter.

Inmiddels weten we natuurlijk wel beter en zijn we allang gestopt om M. te proppen in een keurslijf dat hem niet past. Toch zal ik het nooit vergeten en ben ik ieder schooljaar weer wat huiverig voor het eerste oudergesprek. Als ouder wil je natuurlijk dat een leerkracht jouw kind ziet zoals hij is. Vindt de meester het een alleen dromer of ziet hij dat daar iets achter zit? Zegt de juf dat hij een grote mond heeft, of vraagt ze zich af of dat wellicht een reden heeft? In een klas met dertig kinderen valt het niet mee om altijd maar naar het kind achter die overheersende karaktertrek te kijken. En begrijp me goed, ik geloof echt dat er legio leerkrachten zijn die dat wél doen.

Vorige week hadden we het eerste gesprek met de leerkrachten van groep zeven. Een meester en een juf, die we vanwege corona natuurlijk nog niet eerder hebben ontmoet. M. zei, zoals gewoonlijk, het hele gesprek geen woord, dus het voelde wat stroef. Toch werd het een goed gesprek met oprechte interesse en fijne adviezen. Maar toen kwam het… “Wij vinden dat je wel iets meer van jezelf mag laten zien”, zei de juf. Mijn gedachten namen al de eerste afslag richting doemdenkerij, want opnieuw dreigden we het pad van het proppen-in-een-keurslijf af te moeten lopen.

Haar zin bleek echter een een komma te bevatten in plaats van een punt, want ze vervolgde met: “als jij dat ook wilt natuurlijk”. Mijn hart maakte een sprongetje! De leerkrachten vertelden dat ze het mooi vinden dat M. heel duidelijk aangeeft wanneer hij zich niet (of juist wel) prettig voelt en dat hij niet bang is om zijn emoties te tonen. En zo zeiden ze: “we zouden het je gunnen om jezelf meer te laat zien, omdat jij er ook mag zijn net als alle andere kinderen.”

Eindelijk! Na meerdere jaren van M. niet zien zoals hij is, zijn er dit jaar twee mensen die het wél zien en hem ook op die manier benaderen. En natuurlijk zal hij nog altijd zelf zijn mond open moeten doen om gehoord te worden of om aan te geven dat hij hulp nodig heeft, maar dit is zo’n mooi begin. Een introverte jongen die zijn handen al vol heeft aan het filteren van alle prikkels, is niet per definitie een saaie, verlegen jongen. Je moet hem niet vragen om een monoloog op het toneel te houden, maar een beetje verscholen in de luwte straalt hij iedereen eruit. Als hij dat wil natuurlijk. Dat dan weer wel…

Een gemiste omhelzing

“Mam, ik wil je zo graag omhelzen. Mag dat?” Ik vroeg het aan mijn moeder deze zomer, toen we al een paar dagen niemand anders hadden gezien dan elkaar. Het voelde daarom veilig, maar toch ook stiekem. Mensen omhelzen is sinds maart geen optie meer, althans niet als je hen wilt beschermen tegen een mogelijke corona besmetting. En van alles wat er niet meer of alleen beperkt mag, vind ik het niet aanraken het ergste.

Verder lezen…

Een handvol vrienden

Wat is vriendschap voor jou? Wat maakt een vriend een echte vriend?

Vroeger vond ik vriendschappen maar ingewikkeld. Gaf je je helemaal dan was het teveel, gaf je minder dan was het te weinig. In de ene vriendschap liep je op je tenen en bij een volgende leek het juist alsof de ander je maar net aan kon bijhouden. Het vinden van de juiste balans bleek vaak moeilijk, maar misschien was mijn aanpassingsvermogen gewoon niet goed genoeg.

Verder lezen…

Magie

Foto niet uit de voorstelling. Via weheartit.com

Ken je de magie van het theater? Dat moment dat je wordt overmand door emoties? Dat alles om je heen wegvalt en je alle zorgen vergeet? Het kan een aanzwellend orkest zijn, de blik van een danser of een bepaalde zin van een acteur. Je voelt een licht ongemak via je tenen naar je kruin kruipen. Je wilt niet dat de tranen gaan stromen, want je weet dat dan onherroepelijk die snotterende neus volgt.

Verder lezen…

Telefoonmanieren

“Hallo met Sjors, met wie spreek ik?” Heel veel meer telefoonmanieren hoefde ik vroeger als kind niet te leren. Er was maar één telefoon in huis en op wat kattenkwaad na (telefonisch belletje trekken bij de burgemeester) was een telefoon weinig spannend. Pas later toen ik wat ouder was, kreeg de telefoon een wezenlijke rol in mijn leven. Uren bellen met vriendinnen of schaapachtige telefoongesprekken met een kalverliefde.

Verder lezen…

Zwijgen

Is zwijgen hetzelfde als niks zeggen of als niet praten? Volgens mij is zwijgen veel meer dan dat, want door te zwijgen zeg je juist bewust iets niet.

Wil je proberen om niet na de eerste alinea al je oordeel klaar te hebben? Wil je proberen om wat je leest mee te nemen in jouw afwegingen om een standpunt in te nemen? Zelf heb ik dit verhaal een paar weken laten liggen zodat ik, op advies van een heel dierbaar iemand, eerst kon lezen, luisteren en leren. Wat gebeurt er in de wereld om mij heen waar ik geen weet van heb of waarvan ik me niet besef hoe abnormaal dat eigenlijk is? En dat heb ik gedaan, ik heb me opengesteld door bijvoorbeeld veel te luisteren naar verhalen en me niet om te draaien als het ongemakkelijk werd. Hoewel dit verhaal over mij gaat, gaat het niet om mij.

Verder lezen…