Monthly Archives: maart 2021

Zeven sloten

Geen snoepjes aannemen van vreemden en niet met vreemde mannen meegaan. Heel veel spannender werden de waarschuwingen vroeger niet. Neemt niet weg dat onze ouders ons nog steeds in zeven sloten tegelijk zagen lopen en dat zij zich (soms terecht) zorgen konden maken.

Die zeven sloten waren toen een stuk overzichtelijker dan de sloten van tegenwoordig. Toen ik kind was spraken we met angst en beven over kinderlokkers en potloodventers, maar de kans dat je in die sloot zou lopen was goddank bijzonder klein. De termen namen mythische vormen aan en in je engste fantasieën zag je ‘dat soort mannen’ achter elke boom of struik verstopt staan.

De zeven sloten van onze nieuwe, jonge generaties lijken aanzienlijk dieper en onheilspellender dan toen ik zo oud was. We leren onze kinderen nog steeds rechts-links-rechts te kijken bij het oversteken en vertellen nog altijd niks van vreemden aan te nemen, maar dat is lang niet meer voldoende. Als ouders moet je bij blijven om je kinderen ook de zeven sloten van deze tijd te leren ontwijken.

Verleidingen op social media, ruzies in appgroepen of explicite foto’s en video’s die het daglicht niet kunnen verdragen. Dat zijn de nieuwe zeven sloten waar kinderen dagelijks mee geconfronteerd worden. Je kunt doen alsof het voor kinderen van basisschoolleeftijd niet bestaat, maar helaas is dat een naïeve gedachte. Trek je dan de stekker uit het internet? Geef je ze geen mobiel? Mogen ze niet gamen? Natuurlijk moet iedereen doen wat goed voelt en wat bij zijn of haar opvoeding past, maar ik ben van mening dat door verbieden je een belangrijke deur dichtgooit.

Door iets te verbieden gooi je namelijk de communicatiedeur dicht. Mag iets bij jou niet, dan gebeurt het wel bij een vriendje en kun je vervolgens alleen maar hopen dat er thuis over wordt gesproken. Natuurlijk hoef je niet alles in huis te halen, maar je kunt wel altijd interesse tonen. Zelf heb ik gemerkt dat door te vragen of je eens mee mag kijken, je een heel ontspannen gesprek kunt voeren. En door samen door appgroepen heen te scrollen, je heel goed met elkaar kunt praten over hoe je je gedraagt in zo’n groep.

Want voor ons volwassenen is het al ingewikkeld, laat staan voor een kind. Als iemand boos wordt, omdat jij nogal kort reageert via Whatsapp dan heeft dat begeleiding nodig. Als je afspraken maakt om in een game elkaar niet af te maken en het vervolgens toch gebeurt, dan is het goed om te praten over hoe je daar mee omgaat. En wat als je opeens met jouw idool in een livestream zit en je krijgt een oneerbaar voorstel… die zeven sloten hadden we vroeger niet. Dat ze er nu wel zijn, betekent dat wij ze niet mogen negeren.

Praat er over en probeer er open in te staan. Als we onze kinderen laten merken dat ook deze sloten bespreekbaar zijn, dan kunnen we (dreigende) misstappen samen oplossen en is gedeelde smart halve smart. Bijkomend voordeel? Naast delen in halve smart mag je ook meedelen in successen en maak je je onsterfelijk bij vriendjes. “Wat?!?! Weet jij hoe die game werkt? Speel jij het soms ook?”

Verbinding verbroken

Niet zo lang geleden omschreef iemand mij als een parkiet. Zo’n parkietje dat iemand meeneemt de mijn in, als een voorspeller van onraad. Zodra hij het loodje legt of wegvliegt, weet je dat jij je ook uit de voeten moet maken. De omschrijving raakte me, want het is spot on: mijn voelsprieten werken haarfijn en een emotioneel onveilige situatie zie ik vaak van ver aankomen. Het zorgt ervoor dat ik steeds makkelijker op situaties kan anticiperen en soms vooraf beslissingen kan bijsturen, zodat we vlak voor die emotionele klif piepend tot stilstand komen.

Ik merk alleen dat het tegenwoordig steeds moeilijker gaat. Met iedereen op afstand en continu een scherm tussen mij en de wereld, ben ik een parkietje met een veilig gasmasker. Op zich is deze corona-tijd met de geborgenheid van thuis voor een HSP (hoogsensitief persoon) zoals ik een zegen; de hoeveelheid prikkels is aanzienlijk minder en je hebt zelf veel meer controle over wat je wel en niet toelaat. Dat geeft rust en maakt dat ik in mijn hoofd meer ruimte heb dan ooit tevoren. Tegelijkertijd raak ik steeds meer de connectie kwijt. Door het leven via een scherm te beleven, mis ik de voorspellende prikkels. Zie het als een kat zonder snorharen of als een vleermuis zonder sonar. Situaties voel ik minder goed aan en langzaam maar zeker lijkt de verbinding soms verbroken.

Dat is op zich niet erg, want ik heb me nog nooit zo rustig gevoeld en het geeft me de ruimte om andere dingen te doen, zoals het voorzichtig schrijven aan een boek. Maar ben ik dat wel? Jawel, dat ben ik ook, alleen dan niet helemaal compleet. Dat parkietje maakt me wie ik ben, in mijn werk en als persoon. Dat parkietje zuigt misschien soms alle energie uit me, maar het maakt me ook sterk en hierdoor sta ik in contact met de wereld. Want ik wil zien hoe mensen erbij staan, ik wil hun mimiek in 3D kunnen zien, ik wil kunnen horen of ze gejaagd ademhalen en ik wil hun aanwezigheid én afwezigheid voelen. Zonder die voelsprieten krijg ik nooit de vinger achter mijn vermoedens.

Ik wil collega’s na een vergadering tegenkomen bij de koffieautomaat, caissières kunnen begroeten met een glimlach in plaats van een mondkapje en aan een omhelzing voelen hoe het echt met iemand gaat. Natuurlijk mist iedereen dit en verlangen we naar de dag dat dit allemaal wel weer mag, maar als parkiet kán ik niet zonder deze prikkels. Dat gasmasker moet af en die snorharen moeten worden gerepareerd. Ik wil doen waar ik goed in ben en wat door deze lockdown heel duidelijk is geworden: verbinding maken. Maar als ik die verbinder wil zijn dan moet ik eerst de verbroken verbinding in ere herstellen. Iets dat door de corona-maatregelen ingewikkeld is, maar niet onmogelijk. Dus moet ik op zoek naar andere manieren om in contact te komen, ook al betekent het misschien dat ik er schroom voor opzij moet zetten en hordes over moet. Zolang de verbinding verbroken is, ben ik niet compleet. Terug die mijn in, zonder gasmasker maar oké vooruit wel met een mondkapje :-)