Monthly Archives: oktober 2011

Een vergeten tasje met reservekleding

Als beginnende moeder twijfel je met grote regelmaat. Handboeken genoeg, maar niet een die aansluit op het karakter van jouw kind. Ik heb ondertussen ruim een jaar ervaring, maar de onzekerheid blijft. Zo vraag ik me al geruime tijd af of kleine M. het wel leuk heeft op het kinderdagverblijf. Hij gaat een keer in de week omdat wij vinden dat het goed is om te leren dat de wereld niet alleen om Koning M. draait. Hij is wat verlegen en kijkt graag de kat uit de boom. Redenen genoeg dus om hem wekelijks bij de bekwame leidsters achter te laten.

Afgelopen vrijdag kwam ik het lokaal in en zag hem zitten. Ik herkende zijn gezicht, maar moest twee keer kijken. Hij had vreemde kleren aan. Niet de kleren die hij ’s ochtends aanhad, maar een vale oude spijkerbroek met getekende apen die bovendien nog eens véél te klein was. Kleine M. had ‘een ongelukje’ gehad. Dit kan van alles betekenen: van overvolle poepluiers tot onverklaarbare nattigheid. In zijn geval had hij alleen drinken gemorst, dus het viel mee. Maar die kleren… waren die van hem? Ah ja natuurlijk… het tasje met reservekleding. Al maanden niet in gekeken, want hij had het niet eerder nodig gehad. Toen ik het meegaf, waren de kleren nog te groot, maar nu dus 2 maten te klein. Wat zielig! Dat arme kind had de hele middag met een veel te kleine, strakke broek rondgelopen. Ik gaf mezelf in gedachten al strafpunten voor zorgzaamheid, want zoals mijn moeder zou zeggen: het is net een kind van de voddenboer. Niets ten nadele van de voddenboeren in Nederland, maar ik ben er niet een van.
Kleine M. leek er ook niet erg vrolijk onder. Hij keek beteuterd toen ik hem optilde en op zoek ging naar zijn natte broek. Een van de leidsters had zijn reservetas gepakt en trok de kledingstukken er een voor een uit. T-shirt…. 2 maten te klein, sokken….te klein, rompertje met lange mouwen…2 maten te klein. Oké de boodschap is duidelijk: ik had iets eerder in die tas moeten kijken. Onderin bleek nog iets te zitten…ha een rompertje in de goede maat! Ik was toch niet zo heel slordig geweest, dacht ik. Ik zei dat ze die wel in de tas kon laten zitten, maar ze wees me er nog even op dat het een zomerromper was. “Ja maar toch de goede maat?” “Jawel, maar het ís voor de zomer…”. Probeerde ze me duidelijk te maken dat je een kind geen rompertje zonder mouwen mag aangeven in de beginnende herfst? Dat beslis ik nog altijd zelf! Al draagt mijn kind een wollen priktrui in juli dan is dat ook mijn keuze. Nou goed, geef maar mee dan draagt hij het toch lekker thuis.

Ergens had ze een punt, maar ik opeens wist ik waarom ik nog steeds twijfel over kleine M. en zijn plezier op het kinderdagverblijf. Een zomerromper…pff…ja dus?

“Kijk haar nou met die tas…”

Als je blogt over twijfels moet je met de billen bloot. Dus ontkom ik er niet aan om ook mijn tenenkrommende kledingtwijfels te delen. Een typische vrouwenkwaal…
Hoe graag je ook zou willen, je kunt ze niet negeren: de opmerkingen van je naasten. Zelfs ‘leuk’ heeft vaak een negatieve ondertoon. Maandag nog, ik haastte me uit werk naar huis om direct door te gaan naar Rotterdam. Ahoy wel te verstaan voor een concert.

24 uur daarvoor waren de twijfels al ontstaan over welke tas ik mee moest. Een schoudertas was niet handig, géén tas is geen optie…dan maar die oude afgetrapte tas. Lelijk maar wel de meest praktisch en van het soort ‘handig’ heb ik geen andere. Wel weer een goede reden om te shoppen, maar dat terzijde.

Oke, tas gekozen, nu de kleding. Nooit een probleem, want ik ben een doorgewinterde concertganger en een spijkerbroek is altijd goed. Ik kwam thuis en vond dat de werkoutfit volstond: een blauwe broek met een vest en stoere zwarte laarzen. Even een snelle blik in de spiegel en heerlijk nog even tijd om met de kleine M. te spelen. Perfect! Snel en zonder twijfel besloten…
Ja, dat had je gedacht. Toch nog even afstemmen met manlief. Er volgde een positieve reactie met zo’n ondertoon. En voor ik het zelf in de gaten had, ontpopte ik me als een stereotype vrouw: “Zeg hoor eens, vind je dat dit niet kan?!” “Jawel, maar ik had verwacht dat je je zou omkleden.” “Dus je vindt het niks?” Natuurlijk was het prima, maar de twijfel sloeg genadeloos toe. Ik had me niet verkleed…niks voor mij.

Het eerste deel van de reis naar Rotterdam ging per trein. Ik was onderweg naar het Gooi om mijn zus op te halen. De trein tijdens spitsuur zat vol met keurige mensen die na een dag hard werken vooral geïnteresseerd waren in hun krant of telefoon. Het was echter ook herfstvakantie dus het stikte van de minzaam kijkende pubermeisjes die openlijk roddelden over iedereen en elkaar. Ik voelde me erg bekeken vanwege die vreselijke tas. Over de kledingkeuze twijfelde ik ondertussen niet meer, maar nu voelde ik me armoedig vanwege dé tas. Houdt het dan nooit op?

Eenmaal (per auto) aangekomen bij Ahoy besloot ik de tas in de auto achter te laten en alleen essentiële benodigdheden in mijn jas te stoppen. Dit had ik toch thuis ook kunnen bedenken? Misschien is het slim als ik bij een volgend concertbezoek dit blog nog eens nalees…Wie weet leer ik dan die eeuwige kledingtwijfel los te laten. Het is tenslotte nergens voor nodig!

Hij kwam, zag en ik overwon mijn kiespijn

Twee nachten hevige kiespijn en een teleurstellend bezoek aan de tandarts verder, werd ik zaterdagochtend gebeld door mijn tante. Mijn lieve, gezellige maar ook extreem doortastende tante en bovendien tandartsassistente. Het kon zo niet langer en wachten tot woensdag was met deze pijn al helemaal geen optie. Haar baas was inmiddels op de hoogte én in de buurt, dus hij zou me aan het einde van de middag bellen.

Ho stop…wacht even…ik ben 35 en geen 13…! Ik hoor dit soort dingen zélf te regelen! Het had geen zin om tegen te stribbelen want tante stond met haar neus in de wind en door de storm verstond ze me niet. Ik gaf me niet direct gewonnen, want haar baas zou ik later nog kunnen afwimpelen. Niet veel later belde mijn vader…er was geen uitweg meer, want tante had hem gebeld en gezegd dat het hoe dan ook ging gebeuren.

Toch gloorde er hoop aan de horizon. Een allerlaatste strohalm om vast te houden aan mijn onafhankelijkheid: manlief was aan het werk dus had ik een oppasprobleem. Aan alles was echter gedacht: mijn ouders waren al onderweg om op te passen. Wauw, binnen enkele minuten hadden die kiespijn én ook mijn familie mijn leven overgenomen.

Goed, eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ze natuurlijk gelijk hadden. Ik had me een dag eerder door mijn eigen tandarts met een kluitje het riet in laten sturen. De charmante, goedlachse endodontoloog had geen tijd om direct iets aan mijn pijn te doen, maar sleep iets van mijn kies af om de druk erop te verminderen. En met wat paracetamol was het best uit te houden tot woensdag.Op de fiets terug stak mijn twijfel al de kop op. Want tot woensdag betekende nog vijf pijnlijke nachten, maar ja hij was de specialist en dus zou hij het toch het beste weten? Mijn twijfel verplaatste zich vervolgens, zoals wel vaker, naar mijzelf. Was ik niet duidelijk genoeg geweest en had ik soms de pijn weer eens gebagatelliseerd? Ik liet het er bij zitten en tijdens het weekend zou ik wel zien.

Die afwachtende houding was duidelijk niet wat me de volgende dag te wachten stond. De actie van mijn tante resulteerde inderdaad in een telefoongesprek met de tandarts. “Wat gaan we er aan doen?” vroeg hij… tja wat zeg je dan? Ik besloot toch nog maar even de 13jarige te zijn. Het was geregeld buiten mij om en geheel tegen mijn principes in, maar hij was wel mijn redder in weekendnood… Hij kwam, zag en ik overwon mijn kiespijn. De held van het weekend en ik? Een fysiek pijnvrij weekend, maar als 35jarige had ik toch ergens gefaald. Ik had duidelijker moeten zijn en me niet met een paracetamol naar huis moeten laten sturen. Hoe vaak moet dit nog voorkomen? Zal ik het ooit leren?

Sporten: een niet motiverende kwelling?

Hoe vaak heb ik al besloten om te gaan sporten? Niet dat ik wil, maar vanwege die paar overtollige kilo’s vind ik dat het moet. Ik begin niet in januari met goede voornemens en heb al helemaal geen streefgewicht, weinig echt motiverende stokken achter de deur dus.

Vaak begint het met de aanschaf van sportkleding. Als je sport moet het er tenslotte wel een beetje leuk uitzien. In mijn kast liggen inmiddels al zeker vijf gesneuvelde pogingen. Aan die vijf exemplaren heeft het niet gelegen. Zij waren stuk voor stuk beeldig en klaar voor de strijd tegen de kilo’s. Maar er ontbrak een grote dosis motivatie en wilskracht.

Ach, waarom zou ik naar de sportschool? Het kost een vermogen en na drie keer ben ik het zat. Oke, geen sportschool dus. Ballet dan? Tot mijn 18e heb ik actief aan ballet gedaan en behalve de lenigheid zal ik het dansen niet (echt) zijn verleerd. Toch? Mijn vriendin L. is onlangs weer begonnen. Dapper hoor! Of ik mee wilde. Het is in de buurt, niet duur en er zijn ook nog wat bekenden van vroeger. Ha ik dacht het niet! Moet ik me in zo’n strak niets verhullend pak hijsen? Met dit postbaby, maar vooral luie lichaam was ik al blij met deze slechte zomer. Geen strand, dus ook geen bikini!

Geen sportschool, geen ballet maar wat dan wel? Hardlopen misschien? Sinds we zijn verhuisd naar een vreselijk sportieve buurt, struikel ik dagelijks over de joggers. Of zijn het hardlopers tegenwoordig? Het is een regelrechte kwelling, maar je doet het alleen en het kan op ieder gewenst moment. Dus ook ’s avonds in het donker.

Goede vriend J. schudde zijn hoofd toen ik hem over mijn hardloopplan vertelde. ‘Het is een hel dat hardlopen en heb je gezien hoe de meesten erbij lopen? De meeste hardlopers slepen hun logge lijven vooruit en zien er uit alsof hun einde nabij is.’ Hij heeft gelijk. Ik zal nooit zo’n soepele hinde worden, niks geen sierlijke rondjes in het park of halve marathons.

Maar ja, ik moet toch iets. En mijn lieve, beter getrainde zus staat te trappelen om me op weg te helpen en mijn nieuwe schoenen liggen in een doos op me te wachten. Volgende week begin ik…

Twijfels en dilemma’s

Je kent ze ongetwijfeld ook: dilemma’s. Thuis, op het werk, in vriendschap… momenten en situaties in overvloed.

In mijn hoofd ratelt het de hele dag. Gedachten wisselen elkaar in rap tempo af, maar ze hangen als los zand aan elkaar. Als ik nou zus…zou het dan zo zijn dat…? Regelmatig overvallen ze me op de fiets. Wikken en wegen en bij elke trap een als of een maar. Eenmaal op mijn bestemming aangekomen, weet ik vaak niet eens meer waarover ik heb gewikt en gewogen.

Er zijn mensen die niet twijfelen. Zij hebben weinig bedenktijd nodig en vragen zich niet af wat er zou zijn gebeurd als ze de andere optie hadden gekozen.
Helaas ben ik niet zo. Ik weeg alles af en niet eens zo zeer om de juiste keuze te maken. Nee, eerder om het keuzemoment zo lang mogelijk uit te stellen. Hoe langer de twijfel duurt, hoe langer de consequenties worden uitgesteld.
Een nare bijkomstigheid is echter dat de keuze steeds lastiger wordt en de consequenties worden opgeblazen tot buitenproportioneel hoge bergen.

Hier zit ik dan: dé twijfelaar. 35 jaar, gelukkig getrouwd, een prachtige zoon, fijne vrienden en een leuke baan… maar toch voel ik me opgejaagd. Opgejaagd door de dilemma’s en de keuzes die ik níet heb gemaakt.

Tijd voor actie en hopelijk ook reactie! Mijn dilemma’s, hoe klein en onbenullig ook, schrijf ik op en deel ik met jullie via dit blog. Misschien leer ik dan eindelijk eens direct(er) keuzes te maken.