Monthly Archives: januari 2012

De grootste twijfel aangepakt?

“Heb je straks even 10 minuten?” Ik vraag mijn baas met knikkende knieën en een misselijk gevoel van zenuwen, want ik moet hem iets vertellen. Al langere tijd ben ik er mee bezig, maar sinds twee weken heeft het serieuze vormen aangenomen. Het was wikken en wegen; een echte Sjors Twijfelt dus. En gisteren was het moment daar: de laatste twijfel werd weggenomen en de weg lag open. Een opluchting? Bijna…ik moest het nog vertellen.

Vanmorgen was daar dan het moment van de waarheid: na tien jaar (in wisselende samenstelling) trouwe dienst heb ik mijn baan opgezegd. Maar ja, hoe breng je dat? De avond ervoor had ik me daar aardig het hoofd over gebroken: “Ik moet je iets vertellen, ik ga (bij je) weg” Nee, dat klinkt teveel als een echtscheiding. “Ik dien hierbij mijn ontslag in” klinkt veel te formeel. “Sorry, maar ik stop ermee”. Niks geen sorry want het is toch juist leuk (voor mij)! Uiteindelijk weet ik niet eens meer wat ik heb gezegd want ik was te nerveus. De timing om op te zeggen is namelijk ronduit slecht, dus ik verwachtte het ergste. Boos, teleurgesteld, woest omdat ik op een cruciaal moment vertrek. Ieder denkbaar scenario had ik de revue laten passeren en ik was overal op voorbereid. Ieder denkbaar negatief scenario welteverstaan. Tot mijn verbazing reageerde hij echter heel positief, maar daar had ik helemaal geen rekening meegehouden! Het werd een prettig gesprek en ik kon bijna echt blij zijn met mijn nieuwe baan.

Eén horde genomen…. Nu de rest nog. Tijdens onze wekelijkse vergadering kondigde ik het aan. Ook zij reageerden positief. Fijn!
Bijna… de zwaarste hindernis kwam nu. Mijn fijne collega J. Hij wist nog van niets en was niet aangeschoven bij het overleg. Hier zag ik als een berg tegenop. Al 5 jaar werken we nauw samen en we zijn vrienden geworden. Ik wachtte tot hij achter zijn bureau zat en vroeg hem of hij even naar me wilde luisteren. In gebaren (hij is doof) legde ik hem uit dat ik een andere baan had gevonden. Verschrikt keek hij me aan. Hij begreep me niet helemaal, want dit was het laatste wat hij verwachtte. Daar waar ik zo tegenop had gezien gebeurde… Ik kon mijn tranen niet bedwingen en zei niets anders dan “sorry, sorry sorry”.

Hoe vastbesloten ik ook ben, opeens zag ik vandaag weer waarom ik daar 10 jaar lang toch met plezier heb gewerkt. Van je collega’s moet je het echt hebben. En juist op zo’n dag weet je ook weer wat of in dit geval wie je mist. Mijn lieve vriendinnetje en collega M. was er niet vandaag. Ziek thuis, voor haar heel vervelend en vandaag voor mij een groot gemis. Aan een blik hebben we altijd genoeg, maar vandaag moest het op afstand.

Nu de dag erop zit, het ei gelegd is en iedereen het weet kan ik eindelijk echt blij zijn met deze nieuwe stap. Mijn grootste twijfel heb ik aangepakt. Dit varkentje heb ik gewassen!
Blij ben ik met de nieuwe stap, maar de tranen biggelen over mijn wangen. Ik neem alvast een klein beetje afscheid van tien jaar….het einde van een tijdperk.

Nee is nee… toch?

Eerder heb ik al eens geblogd over mijn vurige wens om engelengeduld te hebben. De wens is er nog altijd, want deze is tot op heden niet uitgekomen. Het ‘tot tien tellen’ beheers ik tegenwoordig als geen ander, maar tien is vaak niet genoeg. En wie ooit beweert geen NEE te kunnen zeggen, moet vooral eens oefenen met een kind want NEE zeggen wordt dan tot een kunst verheven.

Kleine M. is zijn grenzen aan het verkennen en hoe! De hele dag door stelt hij je op de proef. Niet alleen je geduld, maar vooral ook je consequentheid wordt getest. Vreemd genoeg snapt een puber van 18 maanden (!) maar al te goed dat je als ouder eenduidig moet zijn, want je hoeft maar even te verslappen en hij heeft zijn zin.

Het begon met niet meer in de kinderwagen willen en inmiddels kunnen we niet meer door het park zonder te stoppen bij de glijbaan en daar minstens 20 keer van af te glijden. Niet alleen buiten, maar vooral ook binnen loopt hij de hele dag langs de zwaar bewaakte grens. Zijn kleine teen over de streep laat ik oogluikend toe, maar het blijft natuurlijk niet bij die teen. Haarfijn weet hij je te bespelen met een vertederende lach of een uitdagende blik. Een keer knipperen met je ogen en hij begeeft zich al op verboden terrein. Zo beukt hij met zijn bakfietsje tegen de pas beschilderde muren en na een zoveelste NEE vliegen de verfsplinters van de wand. Ook zal hij binnenkort wel een viervingerige hand hebben want hoe vaak zijn vingers al tussen de deur hebben gezeten. En toch blijven proberen… echte pijn schijn je je nooit meer helemaal te kunnen herinneren, dat zal bij hem dan ook wel het geval zijn.

Niet alles is negatief want vorige week ontdekte ik een nieuwe sociale vaardigheid: delen. Hij deelt graag alles met zijn vriendjes. De knuffel deelt mee in het avondeten en de auto drinkt vrolijk een glaasje melk mee. ‘NEE, kleine M. doe dat maar niet, de auto lust geen melk’. Helaas ik ben een schreeuwende in de woestijn want er ligt weer een plasje melk onder de auto. M. oogt tevreden, want hij heeft gedeeld met zijn vriendjes. Een groot hart, daar hou ik wel van. Het is alleen erg jammer dat hij hiervoor toch weer mijn NEE’s heeft genegeerd.

Ik begrijp ouders wel die het laten verslappen, want consequent blijven voelt soms als een onmogelijke taak. Als je kind niet eet, op de grond ligt en hysterisch begint te krijsen of alles door de kamer smijt dan overschrijd jij je eigen grens en geeft het toch maar zijn zin. Toch houd ik zo lang mogelijk mijn poot stijf en ben ik niet van plan te buigen voor zijn nukken. Al geef ik toe dat ik soms verslap omdat het ook heel aandoenlijk is hoe hij zijn knuffeltje mee laat eten. Delen, is ook een mooie eigenschap en dat maakt me dan weer trots. Het prinsengedrag mag hij echter achterwege laten, dat is voor als hij ‘s avonds prinsheerlijk in zijn bedje ligt.

Een zwaktebod…

Dit blog ben ik ooit gestart met een verhaal over mijn sportieve tegenzin. Het heeft me destijds geholpen want ik heb toch zeker 3 maanden hardgelopen. Ik voelde me beter dan ooit, het gaf een goed gevoel en ergens bracht het ook rust. Toen kwam de klad erin. Het werd herfst in de winter met striemende regenbuien en noordoosten wind. Ook klopte het ritme in huis niet meer. Eerst rende ik mijn rondje om half 6 als kleine M. zijn bordje avondeten kreeg. Inmiddels eten we allemaal gezellig om half 6 en bij sporten na het eten krijg ik last van mijn maag. Vervolgens brak de kerstvakantie aan en was het sportpark waar ik mijn rondjes loop uitgestorven. Dat loopt niet prettig in het donker. Kleine M. werd rond kerst ook nog ziek en daarna volgde ik zelf met een fikse verkoudheid. Tja, veel … heel veel geldige redenen om niet te sporten. Mijn omgeving vroeg een paar keer of ik nog ‘ging’ maar ze kennen me langer dan vandaag en zijn inmiddels gestopt met vragen.

Resultaat van dit alles? Mijn sportschoenen liggen moederziel alleen in de keuken onder de verwarming. De prut zit er nog aan, maar ze hebben al weken geen vriendelijke gezicht gezien.
Toch neem ik me zeker 2 keer in de week opnieuw voor om het weer op te pakken, maar er is altijd wat. Regen, geen oppas, te moe, te koud en te donker. Te donker? Ik loop juist graag in het donker zodat ik niet zo opval. Waarschijnlijk heeft het geen zin om je nog langer om de tuin te leiden, je weet het allang. Ik heb geen ZIN maar probeer mezelf voor te liegen met meer dan genoeg smoesjes.

Vorige week zei mijn ultiem sportieve collega J. dat hij wel weer wilde gaan fietsen in het weekend. Hij voelde dat zijn lichaam te lang niets had gedaan. Ik maakte een afspraak met hem. Als hij zou gaan fietsen, ging ik deze week weer hardlopen. Een goede stok achter de deur, want als je met hem iets afspreekt herinnert hij je hier met veel plezier aan. Het eerste dat hij maandagochtend dan ook triomfantelijk tegen me zei: “Dat wordt sporten vanavond!” Die avond kon ik niet want manlief was niet thuis. Dinsdagavond zou het worden en of ik hem even wilde sms’en als ik mijn rondje had gedaan. Het is inmiddels woensdagavond en ik heb nog niet ge’smst. Ik probeer naar mijn lichaam te luisteren, maar ik hoor niets. Het geeft gewoon niet aan dat het te lang niets heeft gedaan. En zolang ik geen signaal krijg, heeft mijn hoofd genoeg smoezen paraat om thuis te blijven. Een zwaktebod….ik weet het.

Burenherrie

Je kent het vast wel: burenherrie. Zodra het opvalt en het begint te irriteren, hoor je niets anders. Woonachtig in Amsterdam, ben ik dagelijks omringd met burengeluid. Het zachte pianogepingel van onze 92-jarige onderbuurvrouw, de huilende buurjongen en de professioneel trombonespelende bovenbuurman. Tot zover niets om je aan te storen en zonder deze geluiden zou wel erg stil zijn.

Een paar weken geleden hebben we nieuwe onderburen gekregen. Het huis schuin onder ons is door een jong gezin gekocht. Het appartement is sterk verouderd en bovendien te klein voor een gezin van drie. Je voelt de verbouwing al aankomen… En inderdaad, het leuke gezin kwam geen kennismaken, maar wij maakten kennis met de Russische bouwvakkers. GOEDEMORGEN! 7:00 uur in de ochtend en zelfs kleine M. ligt nog te slapen… De bouwvakkers hebben hun eerste mokerslag geslagen en wat voor een. Iedereen zit verschrikt rechtop in bed. Hadden ze niet iets rustiger kunnen beginnen of is dit hun welkomstgroet? We weten wel meteen wat voor vlees we in de kuip hebben. De arme onderbuurvrouw weet al helemaal niet wat haar overkomt. Ze is helemaal in paniek want had deze bui ook niet zien aankomen.

Wij woonden voorheen in een appartement waar, van de 8 jaar dat we er woonden er zeker 6 jaar aan weerskanten is verbouwd. Hele panden werden gestript en tot te dure appartementen omgetoverd. Voor ons is het geluid van een verbouwing meer of minder, dus niet zo erg. Je went er aan, zullen we maar zeggen. Hier is het anders; alle buren klagen en de oude buurvrouw al helemaal, haar hele huis is een groot stof en stuifgebeuren en dat is nou precies waar ze niet tegen kan. Ik heb met haar te doen, dat moge duidelijk zijn. Ik maak me er verder niet zo druk om, dat doen de anderen al voor mij.

Tot vandaag. Kleine M. ligt te slapen en ik hoop dat hij er nog een uur aan vastplakt. Beneden wordt er weer getimmerd, gedrild en gezaagd. Prima, daar slaapt hij wel doorheen. Totdat er een vrachtwagen materialen komt afleveren en er 6 deuren tegen elkaar open staan. De deuren slaan telkens met een keiharde klap dicht en dit herhaalt zich elke 30 seconden. Het echoot door het trappenhuis en de ramen trillen in hun sponningen. Ik voel de woede tintelen in mijn hoofd en mijn knieën knikken van de adrenaline… Nu is het afgelopen! Ik ga er wat van zeggen. Ik zoek mijn schoenen, want op mijn blote voeten naar beneden is in die gore bende geen optie. Waar zijn mijn schoenen…. Ik kan door de gierende adrenaline mijn schoenen niet vinden….******* Vloeken doe ik in stilte, want anders wordt kleine M. misschien wakker. Als ik eenmaal mijn schoenen aanheb en de deur opendoe, zie ik dat de buurvrouw naast ons ook al woest naar beneden loopt. “Laat mij maar, ze spreken Russisch net als ik”. En het werkt, het huis is weer rustig. Alleen ik niet…mijn hart bonkt nog in mijn keel en ik ben de eerste tien minuten niet van mijn adrenalinerush af. En ik maar denken dat ik me nooit zo druk maak om burenherrie.