Category Archives: Werk twijfel

Allemaal smoesjes…

De laatste maanden zat mijn hoofd vol door mijn nieuwe baan. Vol met af en toe net een paar druppels over de rand. De zinsnede ‘affiniteit met…’in de vacature tekst bleek zacht uitgedrukt, ‘gespecialiseerd in’ had wellicht meer de lading gedekt.
Ik heb momenten gehad dat het voelde alsof mijn sprong in het diepe van de hoogste duikplank was genomen. Dit wordt overigens geen meelijwekkend verhaal hoor!

exhaustedMeestal als ik dan na zo’n dag ploeteren thuis kom, ben ik uitgeblust. De energie, gezelligheid of creativiteit is ver te zoeken. Dus vind ik dan dat ik het volste recht heb om, na alle avondrituelen (koken, afwas, kind in bad en naar bed), op de bank neer te ploffen met een kopje thee en een koekje. Televisie aan of lekker met de iPad op schoot de, al eens eerder genoemde, digitale winkelwagentjes te vullen. Met andere woorden….er komt niets meer uit. En naar mezelf toe hanteer ik de fluwelen handschoen. Ik zie mezelf in soft focus als ik in de spiegel kijk, nog geen zin om realistisch te zijn. Begrijpelijk maar ook verdovend en zeker niet zaligmakend. Echter heb ik soms helemaal niet in de gaten dat ik in zo’n modus zit. Het moge duidelijk zijn, ’s avonds verkies ik de weg van de minste weerstand omdat het overdag vaak met vallen en opstaan gaat.
Als je jong(er) bent, merk je lichamelijk niet veel van zo’n ‘bank-hang-periode’ maar helaas behoor ik niet langer tot die groep. Mijn lichaam vertoont tekenen van stilstand. Mijn zitspieren zijn zeer goed getraind maar daar heb je helaas zo weinig aan. Toch was het kwartje nog niet gevallen. Mijn gedachten waren nog zo bij het werk en de kilometers die ik dagelijks fiets om daar te komen, vallen toch ook onder de noemer ‘beweging’?

Kortom….smoesjes…heel veel smoesjes. Ik had me al twee weken voorgenomen om de stoute hardloopschoenen weer eens aan te trekken, maar je raadt het al…. Het regende, ik kreeg griep en het kwam met het werkrooster van manlief heel slecht uit. Nog meer uitwijkmanoeuvres dus.

Tot gisteren. Ik probeerde nog wat smoezen maar het was zo’n prachtige zonnige winterdag dat zelfs met mijn rubberen ruggengraat redeneringen elke smoes ongegrond bleek. En na een halfuur fysieke inspanning voelde ik me als nieuw… Althans moe maar voldaan en fris in het hoofd. Vandaag piept en kraakt alles van de stevige spierpijn want ik wilde met iets te veel volle kracht vooruit, maar de kop is er af en over twee dagen ga ik weer. Griep zal ik niet een tweede keer krijgen, manlief is die avond vrij en andere smoezen zijn ongegrond, alhoewel…. misschien sneeuwt het wel.

Leed dat filefietsen heet

Sinds een week of zes leg ik iedere werkdag zestien kilometer af om van huis naar werk en weer terug te komen. En die kilometers maken vind ik geen enkel probleem. Het zorgt voor je dagelijks aanbevolen hoeveelheid bewegingstijd, je bent lekker in de (stadse) buitenlucht en je trapt een frustrerende dag van je af door net iets sneller te fietsen. Een stevige herfststorm of een paar centimeter sneeuw krijgen mij dan ook niet van de fiets. Je kunt me, denk ik, wel bestempelen als een enthousiaste van-en-naar-het-werk-fietser.

fietsfileEchter… over de route die ik dagelijks afleg naar mijn nieuwe werk ben ik minder enthousiast. Tijdens de eerste vijf minuten vanaf huis probeer ik nog optimaal van de rust te genieten, want daarna word ik opgeslokt door een lint van slingerende, te breed en vooral té langzaam fietsende schoolkinderen. Ik schik me niet graag in het tempo van de gemiddelde stadsfietser, laat staan van de gemiddelde puber. Meisjes hebben het veel te druk met geiten en giebelen en jongens hebben doorgaans geen oog voor hun medefietsers.
Het is topsport om mijn eigen snelheid te kunnen fietsen, andere fietsers van me af te schudden en net op tijd uit te wijken voor een niet-oplettende slingeraar.
Filerijden met de auto vergt een wakkere oplettende blik maar filerijden per fiets is misschien wel net zo’n energievreter.
Eerlijk? Het minuscule beetje agressiviteit dat ik in me heb, schakelt ’s ochtends eenvoudig een paar tandjes op.

De meute achter me laten door een rood stoplicht te negeren, vind ik ook te ver gaan. Op mijn fiets prijkt een kinderzitje, dus ergens heb ik het gevoel dat ik het goede voorbeeld moet geven.
Mijn plaats in de wachtruimte voor het stoplicht probeer ik daarom doorgaans heel strategisch te kiezen. Is het een stoplicht waar je bij groen snel door kunt jakkeren en een sliert kunt inhalen? Kies dan links. Volgt er verderop een splitsing met veel links afslaand fietsverkeer? Kies dan zeker niet de linker kant, want je hebt nooit snel genoeg de treuzelende menigte ingehaald die rechts fietst en toch plotseling linksaf slaat.

Zo staat mijn fietstocht ’s ochtends dus bol van de strategische keuzes en doe ik niets anders dan manoeuvreren en slalommen. Vorige week zei een collega: “goh wat zie jij er gesjeesd uit!” Ja joh, ik heb er al een werkdag opzitten!
En ondanks dat ik inmiddels mijn plek heb gevonden binnen mijn nieuwe werk, denk ik ’s ochtends regelmatig met weemoed terug aan die heerlijk ontspannen (korte) fietsritten naar mijn vorige werk. Daar begon de dag uitgerust en in een rustig opstarttempo. Hier is mijn motor al oververhit voordat ik überhaupt mijn PC heb opgestart. Eerst maar eens een kop koffie… Werk ze!

Zo heb je niks, zo heb je alles

De afgelopen zomermaanden stonden in het teken van onzekerheid. Bedrijf ontbonden, baan kwijt, zorgen om huis, hypotheek en thuis. Er bestond een gerede kans dat ik met ‘het product’ mee kon naar de nieuwe stichting maar dit was lang, veel te lang onduidelijk. En in dit soort situaties ben ik niet iemand die een afwachtende houding aanneemt, dus besloot ik toch op zoek te gaan naar een alternatief. Eerlijk gezegd had ik daar weinig zin in want ik had het zo naar mijn zin, zulke fijne collega’s en echt plezier in mijn werk. Die luxe van achterover leunen mocht ik mezelf niet permitteren want als het mis zou lopen dan had ik niets en kon ik thuis achter de geraniums plaatsnemen en vanuit daar uitkijken naar een nieuwe baan. Een reeks van teleurstellende pogingen volgden en net toen ik de handdoek in de ring wilde gooien kwam er een hele leuke baan voorbij. Een functie waar ik nog niet eerder naar had gekeken maar waarom eigenlijk niet? Het was me op het lijf geschreven! Met een CV als de mijne, een lappendeken van taken, vind je niet eenvoudig iets dat je zo past. Dit moest het dus worden en ik was van plan mijn uiterste best te doen. De organisatie is gerenommeerd dus ik verwachtte er niet teveel van. Honderden anderen zouden met mij solliciteren. Ondertussen stond ook de brief naar het mogelijke vervolg van mijn oude baan nog open. Dus ik had twee ijzers in het vuur. Een paar weken later werd ik gebeld, ik mocht op gesprek komen! Dit was mijn kans. Het gesprek verliep goed en het leek me nog steeds geweldig om daar te mogen werken.
Alles liep op dat moment naast en door elkaar, terwijl ik wachtte op uitsluitsel kreeg ik te horen dat ik mijn oude baan mocht voortzetten bij de nieuwe organisatie. Goed nieuws natuurlijk, ik had eindelijk de zekerheid waar ik zolang op had gewacht. Maar ja wat nu?

goodbyeOndertussen brak de laatste week aan, het werk hield op en van collega’s moest afscheid worden genomen. Sommige collega’s hadden inmiddels een nieuwe baan gevonden en anderen werkten door alsof het einde nog lang niet in zicht was. Het schip was zinkende maar evenementen en andere taken liepen gewoon door. Een idiote situatie die ik niemand toewens. We bereikten ploeterend de laatste week, de afscheidsweek. Een bonte avond met geweldige collega’s van ‘de tweede’. Een musical waarin iedereen op eigen hilarische wijze in het zonnetje werd gezet. Van Single ladies via short people naar one love. Het heeft geen zin om het uitvoeriger te vertellen want het is een typisch geval van: daar had je bij moeten zijn. Maar een ding is zeker: je hebt iets gemist!

Jarenlang hadden de organisaties nauw samengewerkt, samen geluncht, geborreld en lief en leed gedeeld. Een familie die na 1 oktober uit elkaar zou vallen. Een treurige wetenschap maar die avond was de familie nog een keer samen. One happy family – one love. Oké ik zal stoppen met het zoetsappige verhaal maar wat hebben we met z’n allen gelachen.
De dag na de bonte avond volgde een rustige avond met een heerlijk afscheidsdiner en genoeg tijd om met iedereen nog eens na te praten. Over wat ooit was en wat nu ging komen. Een mooie avond met elkaar.
Na al die momenten van afscheidnemen was het voor sommigen gewoon weer vrijdagochtend: tijd om te werken. Ik had mijn oude baan weer terug en pakte die ochtend met weemoed de verhuisdozen uit. Het voelde zoals ik me vroeger na de vakantie voelde: heimwee naar mooie tijden met de wetenschap dat het nooit meer terug zou komen. Maar het was ook goed zo, tijd om door te gaan. Uitpakken, mouwen opstropen en niet zeuren. Moe en treurig kwam ik die middag thuis, eindelijk weekend, tijd om het hoofd leeg te maken en de blik weer te verruimen. Heel veel tijd om dit te doen kreeg ik echter niet… Ik werd gebeld door de andere werkgever: ‘het heeft even geduurd maar op de valreep voor het weekend wil ik je toch even feliciteren, we willen je graag hebben. Wanneer kun je beginnen?’
….SORRY? Ik moet geloof ik even gaan zitten…

De juiste verhouding tussen werk, privé én solliciteren

Oké het nu volgende komt misschien over als een kleine klaagzang….

Zoals je eerder hebt gelezen ben ik naarstig op zoek naar een baan. Het voelt alsof er geen tijd te verliezen is en geen vrij uur onbenut mag blijven, want het is zo 1 oktober en dan heb ik geen werk meer. Maar hoe doe je dat met een man in de horeca, een lopende baan die topdrukte kent, een kind van 3 en een huishouden?

jugglerDe combinatie van een baan in de horeca en een baan tijdens kantooruren is voor ons als ouders doorgaans perfect. We besparen op de kinderopvang en kleine M. heeft in de ochtenduren alle aandacht van papa en ’s avonds de volle aandacht van mama. Ideaal… tot nu. Want die volle aandacht van mama gaat ten koste van mijn kostbare uren om te solliciteren! Als het mopje in bed ligt, de afwas gedaan (ja vaatwasser stuk) en het huis ‘aan kant’ dan is het 21.30 uur. En wil ik niet als een stuiterbal mijn bed in rollen dan kan ik na 23:00 uur beter niets meer doen. Da’s anderhalf uur… en te weinig om een leuke, opvallende en een ‘anders-dan-die-500-andere-briefschrijvers’ brief te schrijven.

Het feit dat we zelden allemaal tegelijk thuis zijn, is nooit leuk maar komt nu helemaal niet goed uit. Als we dan eens in het weekend samen thuis zijn, dan kan ik me toch moeilijk terugtrekken om vacatures te zoeken, mijn CV af te stoffen en aan mijn toekomst te werken? Ik wil niet mijn liefsten de deur uit sturen zodat zij samen iets leuks kunnen gaan doen, zonder mij!
En solliciteren onder werktijd? Nee, dat zit er voorlopig niet in want ik noemde het al: topdrukte… Hoogtijdagen. Eigenlijk altijd de leukste periode van het jaar. Maar nu even niet!

Misschien ben ik een ongelofelijke zeur maar mijn eigen gehaast legt me bijna lam. Een typisch geval van Sjors Twijfelt… waaraan besteed ik wanneer mijn aandacht, hoe houd ik de weegschaal in evenwicht en waarom slaapt die driejarige nou nét niet op mijn vrije maandag? Die tijd zou ik anders goed kunnen gebruiken! Het is ook zo… het is gezeur… maar toch.

Overigens balanceert de weegschaal deze week niet onaardig. In de afgelopen 7 dagen heb ik meerdere sollicitaties verstuurd, dagelijks met een houten treinbaan gespeeld (en mijn gehaastheid aardig kunnen negeren) en ook nog aandacht aan mijn lief kunnen schenken. Wat er bij in schiet? Vriendschappen, familie en het huishouden. Lieve mensen aan tijd wordt hard gewerkt! Stofzuiger en strijkplank, sorry maar jullie zullen echt nog even moeten wachten.

De balansvakantie

17 juli 2013 – De zomervakantie is begonnen en ik ben een week vrij. Geen vakantie met koffers, vertrekstress en inpakchecklists. Nee, een week in en om het huis of zoals nu op het zonnige balkon. Deze ongecompliceerde week probeer ik te benutten om de gecompliceerde balans op te maken. Twee jaar geleden tijdens een vakantie hoefde ik geen balans op te maken. Het was toen overduidelijk dat het roer om moest: te lang vastgehouden aan het oude vertrouwde. Hoe anders is het nu. Door verschillende gebeurtenissen word ik gedwongen om te herbezinnen. Ik ben nog niet klaar om mijn toekomst een andere wending te geven, maar toch zal het moeten. De vorige keer wist ik diep van binnen wel wat ik wilde. Er was alleen wat moed voor nodig. Dit keer zal het roer waarschijnlijk om moeten en is er geen tijd om het goede moment af te wachten.

Die week bleek ik verre van klaar te zijn om de balans om te maken. Het werd een week zonder blik op de toekomst. Achteraf gezien heerlijk!

rollercoaster7 augustus 2013 – We zijn drie weken verder. De vakantie is voorbij en het onheilspellende nieuws is gebracht. Die fijne baan waar ik anderhalf jaar geleden aan mocht beginnen, houdt samen met alle andere functies binnen de organisatie op. Het bedrijf houdt op te bestaan en we staan straks allemaal op straat. Mijn blog heet niet voor niets Sjors Twijfelt; ik ben niet iemand die dit zonder twijfel naast zich neerlegt en vrolijk op zoek gaat naar een andere uitdaging. Ik heb tenslotte nog bergen werk te verrichten, heb (soms te veel) hart voor de zaak en ben nog helemaal niet klaar om dit werk naast me neer te leggen. Dit is míjn baan en vooral mijn werkplek…dé plek waar ik me thuis voel, met geweldige collega’s en een omgeving die prikkelt en uitdaagt. Hier had ik lang naar gezocht en nu ik hem heb gevonden wil ik nog lang niet loslaten!

De afgelopen weken zijn een ware achtbaan van emoties geweest. Elke dag meerdere nieuwe wendingen, dagen van onzekerheid maar vooral het niet mogen praten bleek een ware beproeving. Ik dacht dat zwanger zijn, een huis verbouwen of verliefd zijn achtbanen waren maar ik kan je zeggen, dat het in razend tempo opdoeken van een organisatie een Goliath, Python en El Condor* in een is.

De balansvakantie werd er een van ‘blik-op-oneindig’ maar inmiddels is het moment aangebroken om te kijken wat er zich aan het einde van oneindig bevindt. Ik ben er klaar voor, de balans is opgemaakt.

MENSEN, IK ZOEK EEN BAAN!

*(achtbanen in Nederland volgens Wikipedia)

Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper

De kapper is niet mijn beste vriend. Nou heb ik geen spannend of ingewikkeld kapsel, maar een kappersbezoek kan wat mij betreft zo kort mogelijk zijn. De vrolijke nikspraatjes kunnen me gestolen worden evenals die verfoeide spiegels. Hier krijgt zelfs een size zero model met de perfecte huid een complex van. Kappers kijken ook meer naar zichzelf in de spiegel dan naar hun klanten.

Het enige dat mijn haar overigens iets anders maakt dan rechttoe rechtaan, is een pony. Ik heb dit al jaren en ben er blij mee…voor een periode van een week of zes. Dan is het haar van de een op de andere dag te lang. Er is niets meer mee te beginnen en zo dus ook vandaag. Deze week komt het alleen heel slecht uit want het is druk op het werk. We werken toe naar het hoogtepunt van het jaar: een gala waarbij voorname gasten aanwezig zijn, belangrijke sectorprijzen worden uitgereikt en ik representatief voor de dag moet komen. Dé jurk was al een flinke twijfel, maar nu de zekerheid van de pony ook is weggevallen zijn de rapen gaar.

Helaas is er deze week geen moment in de agenda voor een uitgebreide was- en knipbeurt, maar vanmorgen wel een gaatje om even binnen te wippen voor de pony. Het is tenslotte een gratis service die ze bieden en waar ze bovendien op hameren iedere keer als ik weer met een te lange pony binnenkom. Ik mag ‘m niet meer laten bijpunten door mijn moeder. Vaak heb ik geen tijd voor de servicebeurt, maar nu is het hoognodig.

Ik toog vanmorgen naar de kapper. Laat me even de situatie schetsen zoals ik deze aantrof: 10 uur, kapsalon net open, twee kapsters roken buiten een laatste sigaret (prima, geen probleem mee) en binnen twee dames die de planning van de dag doornemen. En het belangrijkste misschien wel: ik ben de enige klant. Een klant bovendien met een probleem dat binnen twee minuten zonder veel extra inspanning verholpen kan worden. Een klant die je in minder dan geen tijd de gelukkigste mens op de aarde kunt maken (voor de komende zes weken dan). Je voelt de bui al hangen: ze hadden nu geen tijd en of ik over drie kwartier even terug kon komen. Ja kijk, een pony is namelijk een dingetje (niet mijn woorden). Dus gaan ze eerst klanten knippen en dan konden ze mij helpen. Pardon? Ik zie geen klanten? Nee, het kon echt niet nu, wel aan het einde van de dag. Mijn klomp was inmiddels verbrijzeld… Dit was de zoveelste keer dat ik mijn pony niet kon laten knippen. De ene keer kom je rond half zes: nee dan moet je vroeg op de dag komen. En nu word ik weggestuurd omdat ik te vroeg ben. Dat hadden ze net weer veranderd… Ik zei dat ik het niet snapte en alleen nú kon, maar ik kreeg een “ja, sorry”. Hiermee dreef ze me recht in de armen van iedere willekeurige kapper in de wijde omtrek. Al loop ik de rest van mijn leven met stekels of de lange vlechten van Rapunzel, nooit meer ga ik naar deze onbehulpzame troela’s. Giftig stapte ik op mijn fiets, misschien nog wel bozer op mezelf dan op die meiden: ik had me weg laten sturen en nu zat ik nog steeds met die vormeloze pony. Toch mijn moeder maar weer lief aankijken. Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper? Mij niet gezien!

Ik wil (g)een vakantie!

Terwijl kleine M. siësta houdt, zit ik peinzend achter de computer. Het is al weken geleden dat ik iets op mijn blog heb gezet en het is de hoogste tijd. Er is veel gebeurd en meer dan genoeg getwijfeld, maar om onverklaarbare reden wil het niet erg lukken. Zijn mijn twijfels wel het vernoemen waard? Heb ik last van het bekende writersblock? De zomer staat voor de deur en misschien heb ik vakantie nodig? Wat de reden ook is, het frustreert me. Dus zit ik vandaag weer eens piekerend naar buiten te staren op zoek naar inspiratie. Ook buiten brengt me de inhoud vandaag niet, want het regent al 36 uur onafgebroken en het is vreselijk koud voor de tijd van het jaar. Ik bemerk een zeurend gevoel in mijn lijf (én op papier) en voel me een brok chagrijn dat snakt naar zon, energie, warmte en buitenleven. Deze combinatie heet VAKANTIE in hoofdletters, maar ik ben toch net geweest? Dat was natuurlijk maar een week en met kleine M. die 4 dagen nodig had om te wennen, snak je daarna opnieuw naar vakantie. Mijn gevoel is hiermee verklaard dus… toch? Maar het verlangen naar vakantie alleen is niet voldoende om dit ontevreden gevoel te bestempelen. Er zijn tenslotte heel veel mensen die snakken naar vakantie en die kans niet eens krijgen. Ik mag dus niet zeuren.

De vakantieperiode is voor ons dit jaar ongebruikelijk. Jarenlang konden we gaan en staan waar en wanneer we wilden. Geen schoolvakanties of werkplanning die ons aan een vaste periode bonden. Tot nu toe dan, want mijn nieuwe werk dicteert de vakantieperiode. De leukste, grootste klus van het jaar dient zich aan in september en dat betekent (met hoofdletters) GEEN VAKANTIE in die periode. En hier wringt gevoelsmatig de schoen. Ik wil nog niet in het hoogseizoen en ik wil niet gedicteerd worden door werk, maar er valt weinig te kiezen. Ik hoor het je denken: enorm gezeur om niets en je hebt natuurlijk gelijk. Ik had alleen zelf niet door dat de knagende klaagzang langzaam de overhand heeft genomen.

Mijn blog heeft hiermee wel haar nut bewezen: al schrijvend kom ik er achter dat ik de afgelopen weken zwijgend heb zitten mokken. Daar gaan we dus meteen iets aan doen. Ik plaats mijn blog, stop met zeuren en ga aan de slag. Op zoek naar een leuke vakantiebestemming voor weinig. De online speurtocht naar de juiste vakantie is wel dé perfecte voedingsbodem voor twijfel. Avondenlang zoeken, bestemmingen bestuderen en met een kritische blik de foto’s van de vakantiewoningen beoordelen. Ik wens mezelf nu al succes…een vakantiebestemming voor weinig in het hoogseizoen… dat wordt nog wat. Of zullen we gewoon lekker thuis blijven? Twee weken doen en laten waar je zin in hebt met je eigen huis als thuisbasis. Het biedt vele voordelen: kleine M. hoeft niet te wennen, het scheelt aanzienlijk in de portemonnee en je hebt alle vrijheid die je je kunt wensen. Ik zie het wel zitten eigenlijk zo’n thuisvakantie…

Een heimelijk afspraakje met vrijheid

Heb je weleens het ultieme gevoel van vrijdheid ervaren? Het is niet de vrijheid die je voelt als je op vakantie bent, want dat is je onttrekken aan de dagelijkse gang van zaken. Niet een luchtbel van een paar weken, maar ik bedoel hét moment dat je opeens beseft: ik hoef niets en ik heb de tijd aan mezelf. Je denkt misschien van wel, maar als je eerlijk bent moet je altijd wel iets, al zijn het de dagelijkse boodschappen. Gehaast, dat is wat we zijn. We kunnen, of liever gezegd, willen niet wachten tot morgen.

Deze maand ben ik thuis. Ik had nog aardig wat vakantiedagen meegenomen van vorig jaar en zo kwam het opeens dat ik tweeënhalve week voor aanvang van mijn nieuwe baan al kon stoppen. Veel mensen vroegen me of ik die periode dan ook met vakantie zou gaan, maar dat kon niet worden gecombineerd met het werk van manlief. Zo erg vond ik dat ook niet, want op deze manier kon ik eindelijk eens koffie drinken met die vriendin, op vrijdagmiddag in de kroeg zitten en daarna naar het kinderdagverblijf alsof het een gewone werkdag was.

Nu ik niet ben vertrokken voor op zijn minst een stedentrip, vraagt iedereen me of ik me nog niet verveel. Je bent tenslotte thuis. En thuis….daar beleef je toch niets, daar staat de wereld stil. En inderdaad thuis staat de wereld stil maar weet je hoe heerlijk dat is? Na al die jaren ben ik thuis zonder me druk te maken over het werk en heb ik geen verantwoordelijkheden op dat gebied. Ik realiseerde me pas toen ik vorige week met kleine M. een wandeling maakte. Hij bepaalde het tempo en de afstand. Tergend langzaam liepen we van lantaarnpaal naar lantaarnpaal. Bij elke paal stopten want de paal moest worden aangezet, of in zijn taal: UIT. Terwijl we langzaam liepen overviel me het ultieme gevoel van vrijheid: bijna gewichtloos zonder zorgen met écht alle tijd van de wereld. Ik hoefde die middag helemaal niets behalve het aan/uit zetten van de lantaarnpalen. Het gevoel was als een warme winterjas en hij zat me als gegoten!

Ik realiseer me dat dit gevoel zeldzaam is, want je moet altijd iets. Het weekend is voor familiebezoek, lekker eten met vrienden of heel saai boodschappen en het huis aan kant. Heb je een snipperdag, dan is dat ook vaak met een reden. En vakantie? Dan zijn we vrij maar hoe vaak ervaar je dan het gevoel van echte vrijheid? Je hebt de stress onderweg, de spanning van het opzetten van je tent of de ergernis van je naaste buren die ‘s avonds luidruchtig zijn. Vakantie is het verplaatsen van je dagelijkse leven met het verschil dat je werk fysiek thuisblijft, maar wel meereist in je hoofd. Geen vrijheid dus.

Ik heb deze tweeënhalve week dagelijks een heimelijk afspraakje met echte vrijheid. Het voelt namelijk soms echt alsof je stiekem spijbelt, want zo hoort het eigenlijk niet. Wij Nederlanders zijn harde werkers en aan spijbelen hebben we een broertje dood. Toch is het elke dag weer een (h)eerlijke ontmoeting, ik kan het je aanraden. Nog een week….

Van uitstel komt zeker geen afstel!

Anderhalve week geleden kondigde ik op het werk mijn vertrek aan. Ik wist dat ik nog wat vakantiedagen van vorig jaar had maar had me niet gerealiseerd dat ik hierdoor nog slechts 6 dagen hoefde te werken. Mijn ToDo lijst besloeg meerdere pagina’s en waar ik dacht iets weg te werkten, kwam er net zo veel werk voor terug. Mijn laatste werkdag zat me op de hielen. Een fijn gevoel natuurlijk, want het is het begin van een nieuw avontuur, maar het zinde me niet. Waarom had ik nog zóveel werk liggen? Het waren klussen die ik niet kon of wilde overdragen aan een collega en ik kon mijn opvolger toch niet met een berg werk laten beginnen?

De eerste week vloog voorbij en de lijst was nog net zo lang. Dan maar eerst weekend vieren en maandag met een schone lei beginnen, wie weet kon ik dan orde in de chaos scheppen. Maandag begon echter al net zo ongeordend als de dagen ervoor. Even knipperen met je ogen en het was lunchtijd, weer niets opgeschoten. Zo haastte de week zich naar donderdag, mijn laatste dag.

Het voede al die tijd alsof op vakantie ging, dus ik wilde mijn werk klaar hebben en mijn bureau opgeruimd. Het was echter alles behalve een vakantie, het was afscheid, een streep eronder en mijn sleutel inleveren. Had ik me dit echt niet gerealiseerd of was het uitstel van executie? Het is tenslotte niet niks om na 10 jaar te vertrekken.
Donderdagmiddag half 5 kon ik eindelijk beginnen met opruimen. Mijn vader leerde me vroeger: “wie wat bewaart die heeft wat”, maar hij doelde hier mee op het zuinig zijn met snoep. Ik heb zijn woorden iets te ver doorgevoerd in het dagelijkse leven waardoor ik nu stapels papieren door moest. Een verzameling van al die jaren, waarbij ik bij elke print heb gedacht dat het nog wel eens van pas zou komen. Klopt ook, maar ik heb het na gebruik niet weggegooid of keurig gearchiveerd. Stapels interessante artikelen voor mijn nieuwsbrieven, notulen van oude MT vergaderingen en een stuk of tien opzetten van projectplannen. Inmiddels uitgevoerd, verouderd of nooit van toepassing geweest. Weg ermee!

De grote opruiming ging gestaag en om 19:00 uur gooide ik de handdoek in de ring. De papierhandel was opgeruimd, maar de digitale documenten en mijn overvolle mailbox lagen nog op me te wachten. Hoe had ik ooit kunnen denken dat ik dit klusje in een uurtje kon klaren? Ik had hier duidelijk niet over nagedacht, want in gedachten was ik helemaal niet bezig met vertrekken.

De laatste stap in dit proces bleek een ware horde. Afscheid nemen van je werkfamilie valt niet mee en door mijn niet goed gearchiveerde lades en mappen kon ik het afscheid nog even uitstellen… Van uitstel komt zeker geen afstel, maar maandag ben ik er gewoon weer (voor een paar uurtjes).

De grootste twijfel aangepakt?

“Heb je straks even 10 minuten?” Ik vraag mijn baas met knikkende knieën en een misselijk gevoel van zenuwen, want ik moet hem iets vertellen. Al langere tijd ben ik er mee bezig, maar sinds twee weken heeft het serieuze vormen aangenomen. Het was wikken en wegen; een echte Sjors Twijfelt dus. En gisteren was het moment daar: de laatste twijfel werd weggenomen en de weg lag open. Een opluchting? Bijna…ik moest het nog vertellen.

Vanmorgen was daar dan het moment van de waarheid: na tien jaar (in wisselende samenstelling) trouwe dienst heb ik mijn baan opgezegd. Maar ja, hoe breng je dat? De avond ervoor had ik me daar aardig het hoofd over gebroken: “Ik moet je iets vertellen, ik ga (bij je) weg” Nee, dat klinkt teveel als een echtscheiding. “Ik dien hierbij mijn ontslag in” klinkt veel te formeel. “Sorry, maar ik stop ermee”. Niks geen sorry want het is toch juist leuk (voor mij)! Uiteindelijk weet ik niet eens meer wat ik heb gezegd want ik was te nerveus. De timing om op te zeggen is namelijk ronduit slecht, dus ik verwachtte het ergste. Boos, teleurgesteld, woest omdat ik op een cruciaal moment vertrek. Ieder denkbaar scenario had ik de revue laten passeren en ik was overal op voorbereid. Ieder denkbaar negatief scenario welteverstaan. Tot mijn verbazing reageerde hij echter heel positief, maar daar had ik helemaal geen rekening meegehouden! Het werd een prettig gesprek en ik kon bijna echt blij zijn met mijn nieuwe baan.

Eén horde genomen…. Nu de rest nog. Tijdens onze wekelijkse vergadering kondigde ik het aan. Ook zij reageerden positief. Fijn!
Bijna… de zwaarste hindernis kwam nu. Mijn fijne collega J. Hij wist nog van niets en was niet aangeschoven bij het overleg. Hier zag ik als een berg tegenop. Al 5 jaar werken we nauw samen en we zijn vrienden geworden. Ik wachtte tot hij achter zijn bureau zat en vroeg hem of hij even naar me wilde luisteren. In gebaren (hij is doof) legde ik hem uit dat ik een andere baan had gevonden. Verschrikt keek hij me aan. Hij begreep me niet helemaal, want dit was het laatste wat hij verwachtte. Daar waar ik zo tegenop had gezien gebeurde… Ik kon mijn tranen niet bedwingen en zei niets anders dan “sorry, sorry sorry”.

Hoe vastbesloten ik ook ben, opeens zag ik vandaag weer waarom ik daar 10 jaar lang toch met plezier heb gewerkt. Van je collega’s moet je het echt hebben. En juist op zo’n dag weet je ook weer wat of in dit geval wie je mist. Mijn lieve vriendinnetje en collega M. was er niet vandaag. Ziek thuis, voor haar heel vervelend en vandaag voor mij een groot gemis. Aan een blik hebben we altijd genoeg, maar vandaag moest het op afstand.

Nu de dag erop zit, het ei gelegd is en iedereen het weet kan ik eindelijk echt blij zijn met deze nieuwe stap. Mijn grootste twijfel heb ik aangepakt. Dit varkentje heb ik gewassen!
Blij ben ik met de nieuwe stap, maar de tranen biggelen over mijn wangen. Ik neem alvast een klein beetje afscheid van tien jaar….het einde van een tijdperk.