Tag Archives: angst

Kans op een knuffel

‘s Ochtends voor achten op de fiets, ik ben het niet meer gewend. Sinds onze wereldwijde gezondheidscrisis werk ook ik zoveel mogelijk vanuit huis, dus ‘s ochtends na het ontbijt verandert de eettafel in het bureau. Voor het kantoorgevoel verruil ik wel altijd de joggingbroek voor een gepast werktenue. Maar veel verder dan deze huiselijke vierkante meters heeft mijn woon-werkverkeer deze periode niet gereikt. Donderdagochtend had ik echter een andere missie dan werk en deze liet zich vanuit huis niet organiseren. Een vaccinatie als minuscule bijdrage aan het mogelijk maken van het nieuwe knuffeltijdperk.

Het was die ochtend opvallend druk op straat, alsof ik onder een thuiswerk-steen had geleefd en de wereld gewoon was doorgegaan. Toch voelde het vertrouwd en ik realiseerde me dat dit binnenkort ook weer mijn routine zou worden. Onderweg vroeg ik me af wie van mijn mede-reizigers misschien ook richting vaccinatie fietsten. Los van die gedachte was ik vooral bezig om te zorgen dat ik op tijd zou zijn. De gehaaste forens, niks veranderd dus!

Eenmaal mijn fiets geparkeerd, liep ik een geoliede machine binnen. De lange, slingerende rij mensen loste op in het niets. Iedereen onderweg naar zijn aangewezen shot. Terwijl een tenenkrommend Disney lied irritant in mijn oor kriebelde, werd ik plotseling overmand door emoties. Dit was het einde, of beter nog het begin van een nieuw tijdperk!

Het einde van aan huis gekluisterd zijn met slecht nieuwsberichten, vreselijk zieke mensen, uitgestelde feestelijkheden en misgelopen warmte, dat einde is in zicht. Deze slingerende rij wachtenden vormt samen met mij en vele anderen een schakel in ons herstel. Tranen rolden over mijn wangen, maar dat zag gelukkig niemand. Goddank voor het katoenen mondkapje! Vochtabsorberend én anonimiserend tegelijk. Ik kon met een gerust hart mijn emoties de vrije loop laten. Totdat… ik natuurlijk ook ging snotteren, want die neus krijg je er gratis bij.

Tien minuten later op het verkoeverstoeltje voelde ik me voorzichtig blij en kreeg ik de onbedwingbare behoefte naar het buitenland te reizen, een feest te plannen en te proosten op het gewoon weer kunnen leven. Leven zonder overal over na te hoeven denken. Iets zorgelozer leven, je zou bijna vergeten dat het kan. Bijzonder om te merken dat ook zonder al te veel persoonlijk leed, je zoveel emoties voelt over de afgelopen periode.

Nog even en we kunnen samen dansen, knuffelen en vieren dat we er weer zijn. Samen! Ik kan niet wachten.

Stond het jaar echt stil?

Het jaar voelde saai en eentonig. Al maanden begint en eindigt de dag aan de eettafel, daar wordt gewerkt, gegeten, gewerkt en gegeten. Zo zal het bij veel mensen zijn; veel thuis en weinig vertier. We misten dit jaar onze vakanties, onze feestjes en eigenlijk alle dingen die zo normaal zijn. Het voelde vaak alsof elke dag hetzelfde was en alsof alles stilstond.

Maar was dat ook zo? Stond alles echt stil? Als ik vluchtig naar het jaar kijk, dan werd de wereld inderdaad steeds een beetje kleiner en eindigt het jaar dus aan de eettafel. Maar als ik rustig de tijd neem om naar 2020 te kijken, dan is de wereld verre van hetzelfde als een jaar geleden.

De wereld heeft meerdere keren op haar grondvesten geschud. Sommige mensen hebben hun masker afgezet en uit frustratie hun lelijke kant laten zien. Er kwamen maatschappelijke problemen bovendrijven en de maatschappij lijkt soms meedogenlozer dan ooit. Het doet pijn om zoveel verschillen te zien, het is verdrietig om zo met eenzaamheid geconfronteerd te worden en het is erg om te merken dat er heus niet zoveel liefde en verdraagzaamheid is, zoals we altijd maar beweren. Wij hebben als mensen met elkaar heel veel werk te verzetten, dat valt na dit jaar niet meer te ontkennen. We kunnen dus niet zeggen dat de wereld stilstond, maar misschien voelde het wel alsof onze persoonlijke wereld stilstond.

Heeft die ogenschijnlijke stilstand dan ook iets moois opgeleverd? Er zijn genoeg mensen voor wie het jaar echt uitzichtloos was en die wens ik een hoopvol en licht 2021. Zij hebben dit jaar genoeg moeten dragen, voor hen wordt het tijd voor verlichting van de last.

Zelf wil ik het Sjors Twijfeltjaar graag positief afsluiten en vertel ik je wat het jaar mij heeft gebracht, want uitzichtloos begon het voor mij ook. Ik was ziek thuis en zat met mezelf in de knoop. Toen we destijds op één januari om twaalf uur proostten op een voorspoedig 2020, had ik niet het gevoel dat ik ooit uit die diepe, donkere put zou komen. Toch gebeurde het, heel voorzichtig, want langzaam maar zeker voelde ik dat de ballast lichter werd.

En de handrem die ons leven in maart zo abrupt stilzette bleek, na wat organisatorisch gepuzzel, mijn katalysator. Het hielp me om keuzes te maken en het hielp me dus ook om eindelijk afscheid te nemen van de negatieve energie die ik al zolang met me meedroeg. Die ballast had ik niet eerder los durven laten, omdat ik er dan iemand anders mee zou opzadelen. Maar als de nood aan de man is, maak je kennelijk opeens wel die enge keuzes.

Hoe lichter mijn rugzak werd, hoe meer ik er over kon schrijven en gaandeweg merkte ik dat er mensen door werden geraakt. Ik was zo verrast dat ik, door mezelf open en kwetsbaar op te stellen, andere mensen op een positieve manier kon bereiken. Zo lang ben ik op zoek geweest naar wat ik dit leven terug kan geven en ik geloof dat ik het eindelijk heb gevonden. De gedachte dat ik iemands dag een klein beetje beter kan maken, vind ik zo bijzonder. In deze laatste maanden van dit krankzinnige jaar heeft die gedachte me vleugels gegeven.

En vraag jij je af wat jij dit jaar voor iemand hebt betekend? Wees dan niet te streng voor jezelf, want misschien heb jij onbewust wel iemands dag opgevrolijkt door een eenvoudige ‘goedemorgen’. Of is iemand je dankbaar omdat je hem of haar voor liet in de rij bij de kassa. Kun je je daar nog steeds niets bij voorstellen? Onthoud dan dat ik je dankbaar ben! Dankzij jouw interesse in mijn verhalen en alle warme reacties, heb ik de kracht teruggevonden die ik op één januari 2020 nog volledig kwijt was. Dank je wel!

Voor 2021 wens ik iedereen een mooi en warm jaar. Maak het jezelf niet te moeilijk, want het leven is al ingewikkeld genoeg.

Alarmfase in mijn hoofd

“Hallo, bent u Sjors Twijfelt?” Een vriendelijke maar dwingende mannenstem galmt door ons trapportaal. In mijn hoofd moet ik even schakelen, want ik verwacht totaal iemand anders aan de deur. “Buiten bij de container heb ik iets gevonden en uw adres staat erop.” Terwijl ik vrolijk naar beneden loop en denk aan een attente postbode, heeft de man (overduidelijk geen postbode) inmiddels een stap over de drempel gezet. Hij wijst op iets dat buiten op de stoep ligt; een groot stuk karton met daarop in vurig rode spuitbusletters: Aso! Wat denk je wel, Aso!

Mijn stemming schiet van vrolijke ontspanning naar alarmfase één. Mijn hersenen werken op volle snelheid. Die grote lege doos, is die van mij? Hoe kan dat nou? We hadden wel karton weggebracht, maar ik weet zeker dat niemand bij ons thuis ooit afval zou laten slingeren. En toch staat mijn naam op die doos.

Elke zenuw in mijn lijf is in opperste staat van paraatheid. Aan een stuk door vuurt de man felle bewoordingen op me af. Hij houdt keurig afstand, maar het voelt alsof hij met zijn voorhoofd tegen mijn voorhoofd staat. Zo dichtbij, zo veel te dichtbij.

Een punt van de doos had niet in de container gezeten en was er uitgehaald door iemand die zijn eigen oudpapier kwijt wilde. Maar het heeft geen zin om dat tegen deze briesende pitbull te zeggen, want hij zal het alleen maar bestempelen als een slechte smoes. Ik maak aan de lopende band excuses en geef aan dat ik zijn punt begrijp, maar hij hoort me niet en zit vast in zijn eigen felle monoloog.

Achteraf herken ik deze situatie van enkele jaren geleden tijdens een cursus. Daar was ik met een soortgelijke man ook in een onschuldige, maar toch dreigende situatie beland. We speelden een spel waarbij we ons doel moesten behalen zonder te praten. Hij en ik hadden onze zinnen gezet op dezelfde stoel. We stonden tegenover elkaar met elk twee stoelpoten in de hand. De man wilde niet opgeven, dat was duidelijk. Ik net zo min. Totdat ik hem recht in de ogen keek en mijn lichaam in alarmfase één schoot. Zijn blik was zo beangstigend dat ik van schrik losliet en de zaal uit rende.

Destijds had ik het niet zo goed begrepen, maar inmiddels weet ik beter. Ieder mens met een normale prikkelfilter, zou in deze situatie niet in paniek raken. Misschien enige dreiging voelen, maar zich wel staande houden en iemand van gelijke repliek dienen. Bij mij werkt dat niet zo. Bij mij voelt het zoals in zo’n tekenfilm waarbij een grote vent, á la Brutus uit Popeye, je bij je nek grijpt en je twee meter boven de grond laat bungelen. Elke zenuw in je lijf staat in de vluchtstand. Wegwezen hier, maar je kunt niet weg. Je zit gevangen in de situatie en dat terwijl niemand je fysiek tegenhoudt.

Natuurlijk had ik liever gehad dat de containerman niet had aangebeld. En je kunt je ook afvragen of zijn methode wel door de beugel kan, maar toch zit er ook weer een waardevolle les in. Mijn intuïtie en mijn lichaam vertellen me haarfijn wanneer iets niet in de haak is. Daar mag ik dus altijd op vertrouwen. Nu nog een manier vinden om er iets relaxter mee om te gaan.

Als jij dat ook wilt

“Hij zit al een halfjaar in de klas en durft nog steeds niks te zeggen, dat is bij alle andere kinderen héél anders.” Deze boodschap kregen we inmiddels alweer zeven jaar geleden. M.’s eerste jaar op school en ons eerste jaar als ouders van een schoolgaande kleuter. Wij waren net zulke groentjes als hij.

We gunden hem een makkelijke overgang van het veilige thuis naar de onbekende schoolomgeving, meteen met leuke vriendjes en een enthousiaste leerkracht. De mededeling dat het volgens de juf maar eens klaar moest zijn met het kat-uit-de-boom-kijk-gedoe, was dan ook echt verdrietig. Het was tenslotte alles wat we niet hoopten voor onze kleuter.

Inmiddels weten we natuurlijk wel beter en zijn we allang gestopt om M. te proppen in een keurslijf dat hem niet past. Toch zal ik het nooit vergeten en ben ik ieder schooljaar weer wat huiverig voor het eerste oudergesprek. Als ouder wil je natuurlijk dat een leerkracht jouw kind ziet zoals hij is. Vindt de meester het een alleen dromer of ziet hij dat daar iets achter zit? Zegt de juf dat hij een grote mond heeft, of vraagt ze zich af of dat wellicht een reden heeft? In een klas met dertig kinderen valt het niet mee om altijd maar naar het kind achter die overheersende karaktertrek te kijken. En begrijp me goed, ik geloof echt dat er legio leerkrachten zijn die dat wél doen.

Vorige week hadden we het eerste gesprek met de leerkrachten van groep zeven. Een meester en een juf, die we vanwege corona natuurlijk nog niet eerder hebben ontmoet. M. zei, zoals gewoonlijk, het hele gesprek geen woord, dus het voelde wat stroef. Toch werd het een goed gesprek met oprechte interesse en fijne adviezen. Maar toen kwam het… “Wij vinden dat je wel iets meer van jezelf mag laten zien”, zei de juf. Mijn gedachten namen al de eerste afslag richting doemdenkerij, want opnieuw dreigden we het pad van het proppen-in-een-keurslijf af te moeten lopen.

Haar zin bleek echter een een komma te bevatten in plaats van een punt, want ze vervolgde met: “als jij dat ook wilt natuurlijk”. Mijn hart maakte een sprongetje! De leerkrachten vertelden dat ze het mooi vinden dat M. heel duidelijk aangeeft wanneer hij zich niet (of juist wel) prettig voelt en dat hij niet bang is om zijn emoties te tonen. En zo zeiden ze: “we zouden het je gunnen om jezelf meer te laat zien, omdat jij er ook mag zijn net als alle andere kinderen.”

Eindelijk! Na meerdere jaren van M. niet zien zoals hij is, zijn er dit jaar twee mensen die het wél zien en hem ook op die manier benaderen. En natuurlijk zal hij nog altijd zelf zijn mond open moeten doen om gehoord te worden of om aan te geven dat hij hulp nodig heeft, maar dit is zo’n mooi begin. Een introverte jongen die zijn handen al vol heeft aan het filteren van alle prikkels, is niet per definitie een saaie, verlegen jongen. Je moet hem niet vragen om een monoloog op het toneel te houden, maar een beetje verscholen in de luwte straalt hij iedereen eruit. Als hij dat wil natuurlijk. Dat dan weer wel…

Honderd procent beter

Honderd procent beter! Hoera! Na bijna een halfjaar opgebrand te zijn, meldde ik me in mei weer beter. Langzaam had ik in die maanden ervoor het werk opgebouwd, keuzes gemaakt en vertrouwen teruggekregen. Tijd om weer volledig aan het werk te gaan. Dankzij Corona die ons nog aan huis gekluisterd hield, voelde het werken veilig. Ik hoefde het grote kantoor niet te betreden en kon me thuis verstoppen achter mijn laptop.

Verder lezen…

Een foto als reminder

Zacht vloekend besloot ik toch maar die enorme, instabiele stapel zooi van de plank te trekken. Ik was in de kast op zoek naar een fotolijstje. De plank waar ik dacht het te kunnen vinden, lag echter bezaaid met spullen waar al in geen jaren naar was gekeken. Grote vellen papier, behang en karton dreigden op mijn hoofd te vallen dus ik zag het maar als een teken; zoek dit nou eens uit.

Verder lezen…

Zwijgen

Is zwijgen hetzelfde als niks zeggen of als niet praten? Volgens mij is zwijgen veel meer dan dat, want door te zwijgen zeg je juist bewust iets niet.

Wil je proberen om niet na de eerste alinea al je oordeel klaar te hebben? Wil je proberen om wat je leest mee te nemen in jouw afwegingen om een standpunt in te nemen? Zelf heb ik dit verhaal een paar weken laten liggen zodat ik, op advies van een heel dierbaar iemand, eerst kon lezen, luisteren en leren. Wat gebeurt er in de wereld om mij heen waar ik geen weet van heb of waarvan ik me niet besef hoe abnormaal dat eigenlijk is? En dat heb ik gedaan, ik heb me opengesteld door bijvoorbeeld veel te luisteren naar verhalen en me niet om te draaien als het ongemakkelijk werd. Hoewel dit verhaal over mij gaat, gaat het niet om mij.

Verder lezen…

Van iemand naar niemand

Lastig is het op dit moment voor ons allemaal. De een heeft een huis vol kinderen en probeert alle werk-, school- en huishoudballen in de lucht te houden, de ander is alleen en heeft niemand om voor te zorgen maar ook niemand om van dichtbij mee te delen. De een mist zijn werk, de ander de vriendschappen maar allemaal leren we hoe het is om achter de geraniums te belanden.

Dan verander je van iemand naar niemand. Op vrijdag was je nog een collega, een ouder, een vriend, een ZZP’er met een volle agenda en een ondernemer met een groeiende business. Op maandag ben je opeens niks van dat alles meer. Op maandag liggen dromen in duigen en worden ambities bijgesteld. Verder lezen…

Dag onschuld

Palermo 1970 spelende kinderen (Bresson)Drie weken geleden stond ik schouder aan schouder in een bomvolle ijshal ‘s werelds topschaatsers toe te juichen. We grapten nog dat als hier toch eens iemand tussen zou zitten met corona, het aantal besmettingen vanuit Friesland drastisch zou toenemen. Toen lachten we nog, toen maakten we er nog grapjes over, toen was een doemscenario nog ondenkbaar. Althans dat wilden we graag, we wilden graag dat het ondenkbaar was. We wilden graag blijven geloven in onze onaantastbaarheid. Dat virus zou ons niet bereiken, welnee en als wel? Dan zou het toch nooit zo’n vaart nemen als in China of Italië. Alsof een virus zich iets aantrekt van landsgrenzen, van rangen of standen. Toen waren we nog (bewust) naïef want stiekem wisten we het natuurlijk al wel. Verder lezen…

Support ons!


Support your local, klappen voor de zorg en bestel take-away bij je favoriete restaurant. Zoveel mooie en creatieve initiatieven ontstonden in onze eerste quarantaine week. Heel het land leek oog te hebben voor de helden maar ook voor de (economische) slachtoffers in deze vreselijke tragedie. We werden stil van de beelden uit Italië, naaiden massaal mondkapjes en spraken met één stem schande van díe hamsteraars. Verder lezen…

Langzaam maar (on)zeker


Langzaam maar zeker… vaak rollen deze woorden je mond uit zonder dat je beseft wat ze in die samenstelling betekenen. Je gebruikt het als iets een langdurig traject is en als iets niet de snelheid heeft die je zou willen. De nadruk ligt doorgaans op het woord ‘langzaam’ maar ‘zeker’ is net zo essentieel, echter krijgt dit woord veruit de minste aandacht. Want langzaam is belangrijk, het is namelijk vaak té langzaam. Wij hebben geen tijd meer om dingen langzaam te doen en zeker of niet, is niet belangrijk, we moeten namelijk door. Verder lezen…

De dood als piekerthema


“Hoe zou het zijn als ik dood ben, mama?” Huilend kwam M. uit bed omdat hij dacht aan de dood en hoe dat zou zijn. Eerder die avond lazen we in een boek een prachtige (kinder)ode aan een overleden moeder. Ik had M. gevraagd dat stukje voor te lezen, omdat ik de tranen in mijn ogen voelde prikken. Een weinig succesvolle poging om niet te laten merken dat ik moest huilen, want de zoon weet inmiddels beter dan ikzelf wanneer er tranen zullen vloeien. En dus lazen we het samen, knuffelden we elkaar stevig en leek hij goed gemutst te gaan slapen. Verder lezen…

Radiostilte

(Deze muur is onderdeel van werk van Barbara Kruger in het Stedelijk Museum)

Stil was het, heel stil en in mijn beleving zelfs oorverdovend stil. Sjors wist het even niet en ging twijfelend een lange zomer in. Wat wilde ik eigenlijk met Sjors Twijfelt?

Ooit begon ik met twijfels, omdat ik overtuigd was van mijn twijfelende bestaan. Geen keuzes durven maken, wikkend en wegend ploegde ik door het leven. Al schrijvend kwam ik erachter dat het allemaal wel meeviel met het twijfelgedrag. Ondanks dat ik verder van mijn oorspronkelijke idee afdreef, schreef ik steeds meer en heeft het me veel gebracht. Ik heb mezelf door en door leren kennen, durfde steeds meer van mezelf te laten zien en heb geleerd dat mijn intuïtie me nooit in de steek laat.
Verder lezen…

In zijn dromen is hij de tenniskoning


“Engels op school vind ik niet leuk, maar het is wel belangrijk voor als ik later de beste tennisser van de wereld wil worden.”

Onze M. heeft zijn sport gevonden, dat mag duidelijk zijn. Het liefst staat hij elke dag op de tennisbaan en een keer niet trainen of een wedstrijd overslaan is ondenkbaar. In huis gaan de stoelen aan de kant zodat hij een balletje tegen de muur kan slaan en ook spant hij iedereen voor zijn karretje om ergens op een oefenbaantje in de buurt te gaan tennissen. Het is tennis wat de klok slaat en inmiddels heeft hij dus ook een schoolvak omgetoverd tot een bruikbaar hulpmiddel om de beste tennisser van de wereld te worden.
Verder lezen…

Ze zullen wel denken…

“Waarom wil jij eigenlijk niet in het oranje naar school? Iedereen mag in het oranje gekleed voor de Koningsspelen.”
“Nou gewoon niet…”
“Gewoon niet, da’s natuurlijk geen antwoord. Gisteren wilde je nog zo graag en kocht ik speciaal een oranje shirt, maar waarom wil je nu opeens niet meer?”
“Nou, wat als ik de enige ben? Dan zullen ze wel denken.”
Lees verder!