Dag onschuld

Palermo 1970 spelende kinderen (Bresson)Drie weken geleden stond ik schouder aan schouder in een bomvolle ijshal ‘s werelds topschaatsers toe te juichen. We grapten nog dat als hier toch eens iemand tussen zou zitten met corona, het aantal besmettingen vanuit Friesland drastisch zou toenemen. Toen lachten we nog, toen maakten we er nog grapjes over, toen was een doemscenario nog ondenkbaar. Althans dat wilden we graag, we wilden graag dat het ondenkbaar was. We wilden graag blijven geloven in onze onaantastbaarheid. Dat virus zou ons niet bereiken, welnee en als wel? Dan zou het toch nooit zo’n vaart nemen als in China of Italië. Alsof een virus zich iets aantrekt van landsgrenzen, van rangen of standen. Toen waren we nog (bewust) naïef want stiekem wisten we het natuurlijk al wel.

En nu? Nu leven we in een onwerkelijke wereld. Mensen lopen schichtig over straat met hun schouders opgetrokken en hun hoofd diep weggestoken in hun winterjas. We houden onze adem in als iemand te dichtbij komt en we hamsteren ons een maandsalaris in de rondte. De wereld is haar onschuld verloren alsof er een oorlog is uitgebroken. We lynchen mensen digitaal als ze schouder aan schouder op het strand lopen, we gunnen onze naasten de laatste wc-rol niet maar tegelijkertijd ontstaan er gelukkig ook prachtige initiatieven om ons door deze vloedgolf aan ellende te loodsen. We zoeken onze weg in deze nieuwe wereld, als een hond die rondjes om zijn staart draait totdat hij de juiste houding heeft gevonden. Die nieuwe wereld die we niet wilden zien, maar binnen enkele weken de realiteit bleek te zijn. De boze buitenwereld stond opeens middenin onze woonkamer en zette ons met de rug tegen de muur.

Wat was de wereld nog mooi toen we haar zagen in al haar onschuld, vond je ook niet? En wat vonden we dat allemaal normaal, wat waren we gemakzuchtig. Nu het leven opeens niet meer zo vanzelfsprekend is, merk je pas hoe verwend we zijn. Nu een virus geen grenzen blijkt te kennen, merk je pas hoe goed we het altijd hebben gehad. Althans de meesten van ons dan. Die vrijheid, dat (semi-)luxe leven waarin je je dromen waar kunt maken en de mensheid die vindt dat we ons leven kunnen plooien naar onze eigen smaak. We waanden ons onaantastbaar tot de wereld haar onschuld verloor en toen? Toen wisten we het even niet meer. Toen hadden we iemand nodig die ons vaderlijk toesprak en ons via de televisie een oorvijg gaf.

Inmiddels zitten we allemaal binnen, houden we bijna allemaal afstand, proberen we een nieuwe balans te vinden en zoeken we een nieuwe manier van vermaak. Het leven zal hierna nooit meer hetzelfde zijn, we zullen het meer gaan waarderen en zullen ons meer bewust zijn van kleine geluksmomenten, we nemen het niet zomaar meer voor lief.

En moeder aarde? Zij gebruikt onze massale afwezigheid om de natuur te laten stralen. De ontluikende lente is mooier dan ooit. De mens maakt een pas op de plaats en de natuur neemt die plaats over. Moeder aarde heeft geen woorden nodig om ons een oorvijg te geven. Zij stapt in de leegte die wij achterlaten, zij neemt terug wat van haar is en wat wij zo inhalig hebben afgepakt. Toch is zij niet rancuneus want in onze afwezigheid maakt zij zich mooi voor als wij straks met, hopelijk, ons volle verstand voorzichtig onze schuilplaatsen verlaten. 

Laat een bericht achter!

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s