
Zacht vloekend besloot ik toch maar die enorme, instabiele stapel zooi van de plank te trekken. Ik was in de kast op zoek naar een fotolijstje. De plank waar ik dacht het te kunnen vinden, lag echter bezaaid met spullen waar al in geen jaren naar was gekeken. Grote vellen papier, behang en karton dreigden op mijn hoofd te vallen dus ik zag het maar als een teken; zoek dit nou eens uit.
Hoewel de plank eruit zag als een bende, bleek het vol te liggen met herinneringen. Een trouwalbum, een tas met alle geboortefelicitaties van M., lijstjes met oude foto’s en heel veel losse peuter,- kleuter- en kinderknutselwerken. Die laatste categorie vormde natuurlijk de wiebelige stapel.
Ik besloot er toch maar door heen te gaan in plaats van het weer terug te leggen, zoals ik de afgelopen jaren had gedaan. Baby krassen, tja moet je dat allemaal bewaren? Zou M. daar later blij mee zijn? Bij elk kunstwerk maakte ik een zorgvuldige maar nuchtere afweging. Helemaal onderaan lag echter iets waar ik spontaan van moest huilen. Een groot gekliederd roze hart met in het midden een foto van M. als driejarige op het kinderdagverblijf. Hij keek niet in de camera, poogde een dapper lachje maar zijn ongeluk droop ervan af.
Mijn hart brak want wat heeft hij daar een nare tijd gehad. Destijds hadden we overal een logische verklaring voor: hij ging slechts een dag in de week dus moest altijd wennen, hij was gewoon verlegen en een kat-uit-de-boom-kijker. Hem eraf halen vonden we geen optie, want hij moest er maar aan wennen. Dat andere kinderen lachend naar binnen renden en ’s avonds niet mee naar huis wilden, maakte ons best weleens wanhopig, maar we zetten door.
Nu we sinds een tijdje de sleutel hebben gevonden en snappen hoe de wereld voor M. werkt, doet deze foto nog meer pijn. Want het was niet een kwestie van wennen en even doorbijten. Het was een kwestie van onveiligheid en eenzaamheid. Daar kan niemand iets aan doen, het kinderdagverblijf niet en wij ook niet. Iedereen deed ontzettend zijn best om hem een vertrouwd gevoel te geven, maar het lukte niet.
Wat zullen wij een keren hebben doorgeduwd, terwijl we eigenlijk hadden moeten stoppen. Maar als je twijfelt, vestig je toch je hoop op de ervaring en kennis van anderen en iedereen zegt: kinderen zijn zo flexibel, die passen zich makkelijk aan, dus geen zorgen. En in je onzekerheid wil je natuurlijk ook dat jouw kind is zoals iedereen.
Als je eenmaal snapt hoe hij met zijn hooggevoeligheid werkt, dan is het juist prachtig dat hij niet is zoals iedereen. Hij ziet meer, hij hoort meer, hij ruikt meer, hij doorleeft meer. En wat ben ik blij dat we hem snappen, want sindsdien weten wij dat we op zijn én ons gevoel moeten vertrouwen en daardoor kan M. zichzelf zijn.
De foto bewaar ik, voor M. en voor ons. Af en toe zal ik er naar kijken om mezelf er aan te herinneren dat je mag vertrouwen op je gevoel. Niemand is dertien in een dozijn, wat soms ontzettend ingewikkeld is omdat de standaard oplossing niet werkt. Maar als je dat accepteert en rustig ontdekt hoe iemand wel ‘werkt’ dan ontstaat er iets bijzonders: rust en veiligheid om te groeien en je smeedt een vertrouwensband voor het leven.
Nu die kast nog eens verder opruimen…