“Mama voor mijn verjaardag wil ik een tuin!”
“Mama kan ik aan Sinterklaas misschien ook een tuin vragen?”
Onze lieve M. is een buitenkind. Wind, regen, sneeuw of tropische temperaturen, hij wordt er niet warm of koud van. Buiten is hij vrij en buiten is hij in zijn element.
Helaas heeft M. de pech dat we in de grote stad wonen en een huis met een tuin niet zomaar even geregeld is. Door zijn enthousiasme en zijn oprechte liefde voor buiten, werd bij ons de wens om een tuin ook steeds meer groter. Maar hoe groot de wens ook groeide, de portemonnee groeide natuurlijk niet mee. In een stad en vooral een wijk als de onze, zijn de tuinen schaars en dus de prijzen hoog. Het leek lange tijd dan ook een onmogelijke wens, totdat onze lieve onderbuurvrouw niet langer in haar huis kon blijven wonen. Een akelig gevoel om aan de ene kant de trieste wandel langs de aftakelende zorg mee te maken en aan de andere kant een strategie uit te stippelen om het huis het onze te maken. Het streek me tegen de haren in, maar gelukkig vond de buurvrouw het een mooi idee dat wij het woonstokje van haar zouden overnemen.
Maanden voorzichtig dromen, schetsen gemaakt met potlood en puzzelen met het budget zorgden voor positieve energie maar ook voor een vreemd onderbuik gevoel. Want ondanks dat we contact hadden gelegd met de verkopende partij en wij als eerste onderhandeling in mochten, was de onzekerheid zenuwslopend.
Tijdens de verhuizing van de buurvrouw stond haar voordeur open en zag M. dat het huis leeg was. Ik zag zijn blik en ik wist meteen wat hij ging vragen, maar wat zou mijn antwoord zijn? “Mama, als de buurvrouw hier niet meer woont, kunnen wij er dan niet wonen?” Ondertussen kreeg M. de tuinkabouter aangeboden waar hij al vijf jaar vanaf ons balkon naar keek.
Dit was misschien wel hét teken dat het in ons voordeel zou uitpakken, dus vertelde ik voorzichtig dat we ons uiterste best gingen doen om zijn wens uit te laten komen. Maar met de grote kanttekening dat het misschien niet zou lukken.
Vorige week was het eindelijk zo ver, onze kans op een huis met een tuin in de stad. Kaarsjes gebrand, schietgebedjes gedaan en heel veel positieve energie opgeladen. “Laat die prijs maar komen…!”
En die prijs die kwam, als een mokerslag binnen op onze etagewoning. We bekeken de meest eenvoudige versies van onze potloodschetsen, rekenden ons suf en hoorden van velen dat we het gewoon moesten doen. Af en toe waren we overtuigd van een ‘ja’ maar keek je me diep in mijn hart, dan kon ik dit bedrag niet verkopen aan mezelf. Voor de hoofdprijs met een gouden randje konden we vier muren met een tuin kopen en zouden we concessies moeten doen. Dit was niet waar we vooraf voor hadden getekend, dus het werd geen ‘ja’ maar een hele verdrietige ‘nee’.
M. was ontroostbaar en dikke tranen biggelden over zijn wangen toen we vertelden dat het niet onze tuin zo worden. “Maar mama, misschien verkoopt die meneer, die het nu koopt, het straks wel voor veel minder. Voor een euro bijvoorbeeld.”
En zo is het maar net. Het glas is gewoon weer halfvol.
Het is wel heel sneu als op deze manier je droom weg ziet vliegen. Wat is geld toch een lelijk ding.
Ja Nico, je hebt helemaal gelijk. Gelukkig hebben we wel hele leuke achterburen met een tuin!
Pechvogels, maar blijven hopen, wie weet……..