“Papa, gaan we racen?”
Een paar keer per jaar haalt Kleine M. een van zijn favoriete na-het-eten-activiteiten van stal: racen. Lees: door het huis vliegen leunend op een kleine houten auto terwijl papa (of mama) er achteraan banjert leunend op de speelgoedbakfiets. Een tafereel waarbij de pijn je als ouder spontaan in de rug schiet, maar die wel zorgt dat het laatste restje energie bij M. als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Het leuke van deze terugkerende raceperiode is dat de ontwikkelingen van Kleine M. zo uitvergroot worden. Eerst kon je er rustig achteraan sjokken want zijn bewegingen waren nog wat instabiel, maar inmiddels moet je als ouder ook flink aan de bak. Een uitputtingsslag voor beide partijen.
Niet alleen fysiek zie je de veranderingen, ook de mentale ontwikkeling is duidelijk zichtbaar. Met een besmuikte glimlach zag ik hem deze week klaar-voor-de-start roepen. Hij voerde iets in zijn schild. “Papa, ik ga lekker vals spelen!” Hij begon zijn race voordat zijn eigen startschot had geklonken en won natuurlijk met grote voorsprong de eerste omloop. Bij de tweede start gaf ik het startschot, maar ook hier wist hij meerdere centimeters te smokkelen. Gierend van de lach vloog hij het huis door en riep om het hardst dat hij toch wel ging winnen.
Bij de laatste start liet hij zijn vader zowaar voor gaan. Ik snapte niet goed waar deze wending opeens vandaan kwam. Heel erg aardig en ook typerend voor mijn lieve kind, maar in de sfeer van deze wedstrijd paste het totaal niet. Kleine M. leek zelfs enthousiast van start te gaan, maar even later lag hij kermend van de pijn in de gang. Hij moet zich tegen de deurpost gestoten hebben of was hij misschien met zijn hoofd tegen de muur gebotst? Wij, bezorgde ouders, schoten hem te hulp, maar we hadden ons nog niet over hem heen gebogen of hij veerde op, pakte zijn auto, vloog weg en schaterde: “Ik ga winnen”. Zijn tegenstander, papa in dit geval, pakte zijn eigen voertuig en vervolgde de wedstrijd. Ik bleef verbijsterd achter. Kleine M. had ons goed voor de gek gehouden. Een Schwalbe koning in de dop. Natuurlijk, heel erg grappig maar ik vroeg me wel af: hoe verzint hij dit? Een sluwe vos? Of een wolf in schaapskleren? Zelf kan ik niet goed tegen mijn verlies, maar ben niet het type dat slimme listen verzint om te winnen. Ook kijken we met hem niet veel sport op televisie, dus hij is nog niet bekend met de meesters van de schwalbe: Arjen Robben of Luis Suárez. Heeft hij misschien een aangeboren talent voor listige slimheid?
Sinds vandaag is de raceperiode weer voorbij. Ik kan niet wachten tot we over een paar maanden weer een verzoek krijgen om te wedijveren. Welke truc verzint hij dan om te winnen?