Het lijkt wel of mijn leven alleen maar om wasgoed draait, niets is minder waar. Maar sinds een week staat er een blinkende nieuwe wasmachine in huis: De Bubbel. Dit is in mijn hele zelfstandige leven nog niet voorgekomen. Eerder waren het altijd tweedehandsjes van een oma die naar een verzorgingshuis vertrok. Ik weet dan ook niet wat me overkomt: schone was, een apparaat met een oplichtende display en allerlei pieptoontjes bij het opstarten en het afronden. Bovendien vertelt hij hoe lang het duurt, hoe vaak hij spoelt en centrifugeert.
Man, ik ben compleet gelukkig en draai het liefst meerdere wassen op een dag. Ik voel me huiselijk en dat komt goed uit. De bubbel en ik zijn dikke vrienden, een team en dat kleine M. deze week tanden krijgt, is voor ons dan ook een buitenkansje. We hebben een podium om onze talenten te laten zien: mijn sterkte punten zit ‘m in het voorbereidende werk en De Bubbel kan de klus klaren. Een duo voor het leven, ideaal!
Tot dat… ik de zoveelste was van de week deed met opnieuw vieze rompers, broekjes en ga zo maar door. De chemie tussen De Bubbel en ik was even zoek, een vlaag van verstandsverbijstering? Op het moment zelf voelde het echter niet zo, totdat ik al smsend met mijn zus de was eruit haalde. De Bubbel had me in de steek gelaten of nee, laat me eerlijk zijn:
Ik had hem in de steek gelaten. In een onbewaakt ogenblik had ik een wit t-shirt tussen de spijkerbroeken en rompers gestopt. En nu was het niet meer wit maar licht blauw. Ai, waarom had ik niet opgelet? Schreeuwde ik een paar weken geleden van de daken dat mannen niet kunnen wassen… twijfel ik deze week meer aan mijn eigen waskwaliteiten. K. mijn allerliefste, hierbij bied ik mijn oprechte excuses aan. Sorry, ik zal nooit meer zeggen dat je niet kunt wassen. Alhoewel uitzonderingen daargelaten…
En Bubbel…ik zal weer vrienden met je worden en als we samenwerken heb jij mijn onverdeelde aandacht!