Vier jaar lang waren M. en zijn knuffel Muis onafscheidelijk. Muis volgde hem als een schaduw, al zijn ze elkaar een paar keer uit het oog verloren.
Als baby wist M. hem al haarfijn te vinden als hij tijdens het slapen in bed was gaan zwerven. Muis ging overal mee naar toe, vierde zijn eigen verjaardag en werd nauwlettend in de gaten gehouden als hij de noodzakelijke tour in de wasmachine kreeg. Het liefst zat M. het hele programma voor de machine, omdat hij er nooit helemaal gerust op was dat zijn kompaan er weer ‘levend’ uit zou komen.
Maar de dag dat hun wegen zouden scheiden kwam steeds dichterbij, want een semi-stoere kleuter met een knuffel is natuurlijk alles behalve écht stoer.
De eerste maanden van dit schooljaar mocht Muis nog mee, in zijn tas weliswaar. Ons leek de overgang van de veilige thuishaven naar het roerige klaslokaal erg groot en misschien kon Muis net dat extra steuntje in de rug zijn. Lange tijd ging dat prima en bleef de knuffel in de tas, tot de overblijfjuf zwichtte. Met een brede glimlach vertelde ons knuffelmonster hoe hij van die veel te lieve juf na het eten met muis mocht spelen. De geest was uit de fles en zie hem er dan maar weer eens in te krijgen. Op steeds slinksere wijze wist M. het voor elkaar te krijgen dat zijn zachte vriendje de hele middag bij hem in de buurt bleef. Zo verstopte hij Muis regelmatig onder de schoolbank of achter de verwarming. Naast goede verstopplekken ontdekte hij helaas ook weer een andere troef: zijn pruillip. Zelfs zijn doorgaans zo consequente juf maakte af en toe een knieval als M. haar na de pauze met een trillend lipje aan keek.
Het werd een spelletje maar wat ons betreft geen spelletje dat zijn ontwikkeling stimuleerde. Muis werd, hoe klein ook, iets waar M. zich achter verschuilde en hierdoor zat het hem eigenlijk in de weg. Het was tijd om, nu M. een blije schoolgaande kleuter is geworden, Muis thuis te laten. Voor deze verandering bedachten we een zorgvuldig plan, want cold turkey afkicken van zijn jarenlange zielsverwant leek ons wat cru. Een dag mee en een dag thuis, op en af. Op de dagen dat hij mee mag blijft hij in de tas en de dagen dat Muis thuis blijft, zit hij braaf voor het raam op de uitkijk. En het werkt prima.
Toch zag ik laatst ook de positieve kant van het knuffelige schild. Tijdens een dansvoorstelling danste Muis als de kinderen werden uitgenodigd om mee te doen. Op alle uitnodigingen ging M. in, door zijn knuffel in te zetten als een verlengstuk van zichzelf. En dat ontroerde me, want het was mooi om te zien hoe hij dankzij Muis een beetje uit zijn schulp kroop.
Helemaal afscheid nemen van Muis doen we dan ook nog niet. Die dag komt vanzelf.