“Hij ligt daar in dat veld tussen al die duizenden lampionnen, ik weet het zeker!” Hij is in dit geval mijn fietssleutel en deze blinde paniekreactie is een typisch gevalletje burn-out.
Al een paar maanden ben ik niet aan het werk vanwege burn-out klachten. Waarbij overigens de meningen nogal uiteenlopen als we het hebben over een echte burn-out of niet, maar daar schrijf ik graag in een volgende blog nog eens over. Inmiddels gaat het echt wel beter dan in de eerste twee maanden en zijn er dagen dat ik het gevoel heb weer bijna normaal te functioneren. Zo ook de dag van de fietssleutel.
Mijn werk organiseerde een hartverwarmend evenement waar ik al jaren deel van uitmaak. Ik voel me dan ook een liefdevolle co-ouder van dit speciale moment en wilde het voor geen goud missen. Het beloofde een dag van hard werken te worden, maar in de buitenlucht en met de handen. Mijn ratelende gedachten en mijn zwoegende emoties konden dus een dagje uitrusten.
En eerlijk is eerlijk, ik voelde me goed en opgewekt. Misschien was ik minder betrokken en heb ik iets minder gebuffeld dan andere jaren, maar het was een heerlijke dag met een indrukwekkend en liefdevol eindresultaat.
Aan het einde van de dag struikelde ik toch weer over die burn-out. Even was ik hem vergeten, maar toen ik buiten stond raakte ik in blinde paniek. Nergens kon ik mijn fietssleutel vinden en dat terwijl ik mezelf eerder die dag nog waarschuwend had toegesproken. “Stop die sleutel nou niet in die jaszak, want dan verlies je hem gegarandeerd als je de hele dag je handen in en uit je zakken doet.” Zie je wel, dit hier en deze paniek was het resultaat. Niet geluisterd en nu dus kwijt, die sleutel. Ik haalde al mijn zakken leeg en mijn rugzak overhoop, maar niks dat op een fietssleutel leek. Er was geen twijfel over mogelijk, hij moest wel op het grasveld liggen waar we net 25.000 lampionnen hadden geplaatst.
Ik rende weer terug en stuitte op de lieve collega’s die ik eerder nog gedag had gezegd en vertelde in paniek dat ik mijn sleutel kwijt was. Vastberaden was ik om dat veld af te struinen. Het was tenslotte mijn eigen stomme schuld. De waarschuwing toch in de wind geslagen, tja dan krijg je dat.
Gelukkig bleven de mensen om mij heen rustig en gingen we nogmaals zoeken. En ja hoor, daar zat hij, in een onbekend en niet eerder gebruikt vakje van mijn jas. Ik huilde van geluk. Gevonden! Gelukkig toch niet helemaal op mijn achterhoofd gevallen, alhoewel… Ik was opgelucht maar nog altijd verwijtend naar mezelf. Waarom nou nog steeds zo streng en bestraffend? Het is toch juist geweldig dat je níet dat hele grasveld af hoefde te zoeken? Geweldig, ja zeker maar die paniek was zo onnodig.
En dus is er maar een conclusie (en een goede les): het gaat zeker beter maar ik ben er zeker van dat ik er zeker nog niet ben. Niet te hard van stapel lopen en neem de dag zoals deze komt. Ik geniet van de fantastische dag die ik heb beleefd en dat ik die zonder al te veel stress ben doorgekomen. Die paniekaanval probeer ik daarbij voor lief te nemen. Zoals ik al eerder schreef: een typisch gevalletje burn-out…