Langzaam raken we allemaal bedreven in het online leven. We Facetimen en Zoomen ons de dag door. De Paasbrunch viel dankzij deze vernuftige technieken niet helemaal in het water en ook verjaardagen kunnen zo toch een beetje worden gevierd, maar de warme begroeting valt met geen enkel online tooltje te vervangen. Als dit te lang duurt, zullen we zelfs nog met weemoed terug denken aan de wangenknijpers van onze oma’s!
Gelukkig hoeven we onze dierbaren niet helemaal te missen. Maar er is een groot verschil tussen helemaal niet of niet helemaal missen. Deze keer wil ik de Twijfel niet schrijven over wat ik zelf mis, want missen doen we allemaal. De een mist iets kleins, de ander mist iets onmisbaars, waardoor het hele leven in een negatieve spiraal terecht is gekomen. En mijn gemis is niets in vergelijking met dat van een ander. Daarom geen Twijfel over missen als gevoel, maar over missende communicatie.
De een is beter in communiceren dan de ander. De een heeft aan twee woorden genoeg en de ander raakt bij die twee woorden totaal de draad kwijt. Het interpreteren van zinnen doe je niet alleen aan de hand van de woorden, de punten en de komma’s. Wat mij de laatste weken opvalt, is dat ik bijna al mijn zintuigen gebruik om zinnen te interpreteren.
Door de verplichte afstand en het thuiswerken zijn er een stuk minder zintuigen die je kunt gebruiken. Ook al zie je iemand via een videoverbinding, je kunt hem niet in de ogen kijken. Zo’n videoverbinding is dezelfde schijnwereld als je social media vaak ziet. In beeld ziet het er mooi uit, maar onder tafel draagt iemand al dagen dezelfde onderbroek. “Ach wie ziet dat nou!”
Ook lichaamstaal verdwijnt als sneeuw voor de zon. Juist als iemand niet praat, zegt zijn houding veel over zijn ware gedachten en gevoelens. En een van de vuistregels van video conferencing is dat je je microfoon én camera uitzet als je niet praat. Dus hoe weet ik nou wat iemand eigenlijk vindt en denkt?
Ik ben geen fan van de telefoon. In mijn studententijd dacht ik dat mensen me door de telefoon zouden trekken en tijdens mijn eerste baan op een abonnementenadministratie trokken ze me ook figuurlijk door de telefoon. Dus nee, bellen en ik zijn geen vrienden. En nu snap ik dus waarom: ik kan mijn intuïtie niet gebruiken omdat lichaamstaal ontbreekt.
Mijn tekstberichten zijn bijvoorbeeld ook vaak langer dan gemiddeld, omdat ik niets aan de interpretatie wil overlaten. Korte berichten die ik zelf ontvang, vind ik tenslotte ook lastig te plaatsen.
Nee, Sjors mag niet zeuren over wat ze mist want het gaat, onder deze bijzondere omstandigheden, goed met ons. Wel verlang ik er naar dat we elkaar weer in de ogen kunnen kijken, dat ik aan de bolling van iemands rug kan zien of hij baalt of alleen geconcentreerd aan het werk is. En ik verlang er naar om op straat stil te staan en te praten met een oude buurvrouw, zonder me af te vragen of ze zo ernstig kijkt omdat ik te dichtbij sta of dat ze gefocust is op het vinden van de juiste woorden.
Communicatie is zoveel meer dan woorden alleen en dat is wat wij als samenleving nu missen. Jij, ik, wij allemaal.