Ze zijn weer begonnen, de zondagochtenden langs de tennisbaan. En ook nu heb ik me voorgenomen om me nergens mee te bemoeien, niet langs de kant te staan roepen en vooral rustig koffie te drinken samen met de andere ouders. Een nobel streven maar in een competitie waar de kinderen zelf de stand bijhouden en beoordelen of een bal in of juist uit is, ontwaakt al snel de straatvechter in mij.
Continu spreekt een stem in mijn hoofd me dwingend toe: “niet doen, niet mee bemoeien. Het gaat om het plezier, weet je nog?” En het verstandige deel in mij weet natuurlijk dat het zo moet zijn, maar mijn leeuwinnen instinct brult om tot actie over te gaan. Van dichtbij het clubhuis ruk ik onbewust steeds meer op richting de baan waarop M. speelt. Ik zie zijn aandacht verslappen, geklooi met een racket en hier en daar een wel heel erg soepele omgang met de spelregels. “Niet mee bemoeien! Niet mee bemoe…” Te laat, mijn mond is al open en de eerste opmerking van de dag is al geplaatst. Iets over concentratie heb ik geroepen, een vriendelijke opmerking dus ik voel me nog niet een monsterlijke bemoeial.
Niet veel later voel ik mijn hoofd van links naar rechts (en terug) bewegen. Een hoofdschuddend gebaar van afkeuring met daar achteraan een hardop uitgesproken ‘advies’: “let nou toch op, joh!”. En dan dringt het tot me door, dat zogenaamde leeuwinnen instinct kan binnen de kortste keren veranderen in een ordinaire straatvechter. Met alle goede bedoelingen, dat wel.
In mijn hoofd draai ik de rollen even om: ik sta op de tennisbaan als achtjarige en kijk naar de zijkant. In plaats van mijn trotse moeder zie ik een bloeddorstig roofdier dat kwijlend staat te brullen. En wat doet dat met mij terwijl ik daar zo mijn best sta te doen op de vroege zondagochtend? Precies…dat werkt natuurlijk volkomen averechts. In plaats van een gevoel van liefdevolle steun, beleeft mijn onzekerheid een spontane groeispurt en voel ik aan alles dat mijn best doen, lang niet goed genoeg is. Ik schrik van mijn spiegelbeeld en besluit vanaf nu nooit meer zo langs de kant te staan.
Voortaan sport ik ook op zondag, M. op de tennisbaan en ik doe tegelijkertijd aan denksport: bewust bezig zijn met mijn eigen gedrag richting hem. Ook dat is hard werken, want al hebben we onze mening klaar over ouders die langs de sportvelden door het lint gaan, de scheidslijn tussen goed bedoeld advies vanuit een leeuwinnen instinct en de ongepaste opmerkingen van een brullende straatvechter is flinterdun.
Hoe sta jij komend weekend langs de lijn en hoe beleef jij de wedstrijd van je favoriete club? Ben je een beschermende leeuw(in) of een briesende straatvechter?